“Grand guignol” van WF Hermans afgewezen’ 

Zijn boekenfeest grondig verknald

Algemeen Dagblad 7 februari 196

Groningen, Het plezier in het komende boekenfeest is er voor de schrijver Willem Frederik Hermans uit Groningen al weer af. Evenals een vorige keer is zijn bijdrage aan de feestvreugde afgewezen. Twee jaar geleden schreef hij voor het feest van schrijvers, uitgevers en boekverkopers het toneelstuk ‘De psychologische test’. Het werd echter door de organisatoren geweigerd. Dit jaar kreeg Hermans een nieuwe opdracht. Het resultaat daarvan werd eerst geaccepteerd, maar later moest de schrijver uit de kranten lezen, dat zijn werkstuk niet geschikt was.

Wim Sonneveld als “buffer”

“Ik begrijp het niet, deze incorrectheid”, zegt Willem Frederik Hermans. “Er is mij gevraagd om…” En dan steekt hij van wal met een verhaal, waarin verscheidene bekende figuren een rol spelen. Het draait vooral om de figuur van de heer Van der Horst, de directeur van het bureau van de collectieve propaganda voor het Nederlandse Boek, kortweg de C.P.N.B. genaamd.

“Carte blanche”

Begin december vorig jaar kreeg Hermans een telefoontje van de C.P.N.B.: Of hij er voor voelde een “grand guignolstukje” te schrijven ter opluistering van het Boekenbal? Hermans aarzelde even, want hij herinnerde zich nog hoe een jaar daarvoor zijn “Psychologische test” was geweigerd. Maar de heer Van der Horst praatte zijn aarzeling weg met een “Maak je geen zorgen. Je hebt carte blanche”.

Begin januari volgde een bespreking van bij Wim Sonneveld thuis, die de regie zou voeren en ook een rol in het stuk zou spelen. Hermans liet zijn uitgewerkte schets voor de grand guignol zien en Wim Sonneveld was enthousiast.

“Zeer enthousiast”, zegt Hermans. Ik las het stuk – Uitgever Oorwurm – voor en in het gesprek dat erop volgde, stelde Sonneveld zelf voor er een musical van te maken. Ik kon daar wel mee instemmen, omdat een kolderiek griezelstuk en een musical elkaar niet behoeven uit te sluiten. Sonneveld nam de schets , waarvan ik al enkele gedeelten op rijm had gezet, mee. Hij zou, als dat nodig was, overleg met mij plegen. Het kon zijn dat er iets moest worden gewijzigd en daartoe was ik natuurlijk altijd bereid.

Er werd van de afspraken niets schriftelijk vastgelegd. “Neen. Wel heb ik even met de gedachte gespeeld om Van der Horst een schriftelijke bevestiging te vragen, maar ik vond dat een dusdanig bewijs van wantrouwen dat ik het niet heb gedaan.”

“Onfatsoenlijk”

Hermans gezicht wordt donkerder en dreigender als hij verder vertelt hoe bedrogen hij is uitgekomen. “Een paar dagen na de afspraak las ik in de kranten dat mijn stuk niet doorging. Later pas kreeg ik een brief van de C.P.N.B. Daarin stond dat Sonneveld geen kans zag van mijn “eenakter” een musical te maken en dat men daarom naar iets anders moest omzien.”

“Ik begrijp niet hoe ze ertoe gekomen zijn. Er is mij gevraagd om een grand guignol, niet om een muzikale komedie. Die musical is Sonnvelds idee geweest. Ik had bovendien carte blanche en tegen het ontwerp is absoluut geen bezwaar gemaakt. Nu krijg ik te horen dat het wel onder voorbehoud is aanvaard. Thans heet het dat Sonneveld de schets meenam om er nog eens studie van te maken.”

Niet Van Oorschot

Hermans is inmiddels in zijn schrijfmachine geklommen en heeft de C.P.N.B. geschreven dat hij deze handelwijze “onfatsoenlijk” en “ergerlijk” vindt.

Hij heeft om een nieuwe bespreking gevraagd, maar een antwoord daarop heeft Hermans niet gekregen. “Wel is mij een paar (dagen?) geleden geschreven dat Sonneveld is gevraagd zijn zienswijze nog eens te geven, maar die heeft het te druk met de televisie.”

Veel verwachting heeft Hermans er niet meer van. In een la van zijn monumentale schrijfbureau ligt “Uitgever Oorwurm” , het kolderieke verhaal over een oorwurmerige uitgever die letterlijk en figuurlijk een dichter de nek omdraait.

Uitdrukkelijk verklaart de schrijver nog: “Met mijn conflict met de uitgever Van Oorschot (over herdrukken en vertalingen van zijn boeken. Red.) heeft het stuk niets te maken.”

“Helemaal niet”

De heer Van der Horst van de C.P.N.B. en de cabaretier Wim Sonneveld geven een heel andere lezing van het geval. ”Zoals de heer Hermans het vertelt is het helemaal niet.”

Volgens de heer Van der Horst hebben zowel hij als Wim Sonneveld meteen al bij de eerste bespreking duidelijk laten merken, dat Hermans’ stuk hen teleurstelde.

“Dat Hermans onze beslissing eerder uit de kranten las dan uit een brief van ons heeft hij helemaal aan zichzelf te wijten. Want hoewel in de bespreking duidelijk was geworden dat de uitvoering ervan nog lang niet vaststond, heeft Hermans onmiddellijk verteld, dat zijn stuk bij het Boekenfeest zou worden gespeeld. Er kwamen berichten en men wist er zelfs bij te vertellen dat Ko van Dijk er een rol in zou spelen.

“Ik kon toen niet anders zeggen dan dat Hermans’ stuk niet door zou gaan, want Wim Sonneveld had het inmiddels teruggestuurd met de mededeling dat er niets van te maken viel.”

Op het “ergerlijk” en “onfatsoenlijk” van de schrijver verzuchtten Van der Horst en Wim Sonneveld gisteren: Het is onbegrijpelijk, dat Hermans er zulk een herrie om maakt, terwijl hij van het begin af aan al wist dat wij niet tevreden waren met zijn werkstuk dat geen grand guignol, maar een doodgewone eenakter is, die in de sfeer van het boekenbal niet zou passen.