Telegraaf, 7/12/88
Joost de Ruiter
Parijs, woensdag
De Nederlandse schrijver Willem F. Hermans en zijn vrouw zijn maandag in hun huis in Parijs aangevallen door de Nederlander Daniel B (40), die hen met een mes en later zelfs met een bijl te lijf ging.
Hoewel de schrijver en zijn vrouw een groot aantal hechtingen in hun schedel hadden en beiden klaagden over hevige hoofdpijn, bleek de heer Hermans in staat om zelfs met enige humor zijn onverwachte beproeving uit de doeken te doen.
“Hij belde bij me aan en viel me onmiddellijk aan met een mes. Maar mijn vrouw wist hem dat mes met een deegroller uit zijn handen te slaan. Zij was erg flink. We waren allebei door het dolle heen, natuurlijk. We hebben hem met alle mogelijke dingen op zijn kop geslagen en hij ons ook. Ik heb zoiets van dertig hechtingen in mijn kop en mijn vrouw iets minder. Hij wist tot de keuken door te dringen en sloeg me onder andere met een Keulse zoutpot. Die heeft hij helemaal kapotgeslagen, maar mijn kop was harder dan die pot. Ik bloedde natuurlijk ontzettend.
B. was speciaal maandagochtend uit Utrecht gekomen. Hij kwam regelrecht van het station naar me toe, met in één koffer potten verf en een bijl en in de andere een aantal van mijn boeken. Dat zei hij tenminste tegen de politie. Toen ik hem opendeed riep hij iets van ‘chantage en sabotage’, maar later heeft hij de politie uitgelegd, dat hij eerst wel van mijn boeken hield, maar nu niet meer. In ieder geval zijn we er met zijn tweeën in geslaagd hem de deur uit te krijgen en die op slot te doen. Maar in plaats van weg te gaan begon hij in het trappenhuis verf in het rond te gooien en probeerde daarna met een bijl onze deur in te slaan. Daar was hij nog niet helemaal mee klaar, toen de politie, die we inmiddels hadden gebeld, aan kwam stormen.
Bij de confrontatie zei B., dat ik de grootste schurk van Nederland was. Dat kon je volgens hem ook in een artikel van Gerard Reve lezen. Nou ja… allemaal onzin. Ik had nog nooit van die B. gehoord, maar vanmorgen werd ik uit Nederland opgebeld dat hij hetzelfde al eens bij een buitenlandse correspondent, Henk Hofland, had gedaan. Hij heeft daar toen vijf jaar gevangenisstraf voor uitgezeten, maar ik begrijp niet dat ze hem losgelaten hebben, want die man is echt krankzinnig.” Dan hoort W.F. Hermans zijn vrouw, die even de deur uit is geweest, de sleutel in het slot steken. Hij roept ons toe dat hij geen tijd meer heeft en snelt de gang in om zijn echtgenote, die hem toch eigenlijk op bijzonder doortastende wijze het leven heeft gered, te begroeten