A.D., 05/05/81
Ton Olde Monnikhof

Amsterdam – “Het is voor Amsterdam, maar vooral voor vooral zijn burgemeester de heer W. Polak een buitengewone eer dat King Kong na veertien jaar toch nog in die stad zijn eerste opvoering krijgt.”
De al jaren in Parijs wonende Willem Frederik Hermans zegt het met een onmiskenbaar sarcasme. Natuurlijk is de auteur van het historisch en artistiek omstreden toneelstuk King Kong blij dat zijn werk vanavond ter gelegenheid van de 5-mei-viering in de Amsterdamse poptempel Paradiso wordt gespeeld. Maar ondanks die vreugde kan W.F. Hermans het ook nu niet nalaten de gemeente Amsterdam en met name W. Polak een veeg uit de pan te geven.

“De heer Polak was destijds wethouder voor de Kunstzaken in Amsterdam”, herinnert Hermans zich als de dag van gisteren. “Achter in mijn boekje King Kong kan iedereen lezen dat de man mijn stuk liever kwijt dan rijk was.”
Niemand blij
Veertien jaar geleden leek niemand ingenomen met Hermans’ King Kong. Hij schreef het in 1967 in opdracht van de gemeente Amsterdam. Deze liet het stuk door een deskundige jury artistiek “doorlichten”. Er rolde een negatief oordeel uit de bus. De Nederlandse Televisie Stichting (NTS), voorloper van de N.O.S., geïnteresseerd in het stuk, meldde de schrijver dat advies was ingewonnen bij het toenmalige hoofd van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, dr. L. de Jong.
Deze oorlogsgeschiedkundige had historische bezwaren tegen de suggestie van W.F. Hermans in zijn stuk als zou de Nederlandse dubbelspion Christiaan Lindemans – alias King Kong – de luchtlanding van de geallieerden in 1944 bij Arnhem aan de Duitsers hebben verraden.
Inmiddels is dr. L. de Jong in zijn recent verschenen tiende deel van zijn geschiedschrijving over het koninkrijk in oorlogstijd op zijn bezwaren teruggekomen. Daarmee werd een van de belangrijkste obstakels weggenomen die een opvoering van King Kong zolang in de weg hadden gestaan.
Weer actueel
Deze verandering in het officiële Nederlandse standpunt over de rol van Lindemans is voor de voormalige Amsterdamse journaliste Mea Blazer niet onopgemerkt gebleven. Toen het Amsterdamse 5 Mei Comité de Stuurgroep Leidseplein, waarvan Mea Blazer een van de drijvende krachten is, verzocht een bijzondere manifestatie te bedenken voor Bevrijdingsdag kwam ze met King Kong op de proppen.
“Ik vond dat King Kong nu moest worden gespeeld”, legt Mea Blazer uit. “Met het verschijnen van De Jongs deel 10 is King Kong weer actueel geworden. Bovendien is het stuk bij uitstek geschikt om dat het over de oorlog en zijn nasleep gaat.”
Voor Mea Blazer speelt er nog een andere aanleiding mee: “In Hermans’ King Kong komt heel duidelijk het falen naar voren van de parlementaire onderzoekscommissie die de waarheid inzake Lindemans moest achterhalen.
“Dat falen is tekenend voor het slecht functioneren van de parlementaire democratie.”
Mea Blazer dacht geen schijn van kans te hebben. Het was inmiddels begin april en de tijd drong. Bovendien was ze pessimistisch over de kans dat ze van Hermans toestemming zou krijgen om King Kong op een zo korte termijn te gaan spelen.
Een extra moeilijkheid was dat het 5 Mei Comité wordt voorgezeten door burgemeester Polak van wie ze wist dat deze – zacht uitgedrukt – niet zo gecharmeerd is van King Kong.
“Ik ben half april naar Parijs gegaan om Hermans persoonlijk te overreden. Voor een schriftelijke correspondentie die hij aanvankelijk voorstelde was geen tijd meer. In het begin leek Hermans ingenomen met mijn voorstellen, totdat ik zei dat de tekst niet in zijn geheel gespeeld kon worden, dit in verband met de korte tijd.
“Het is gewoon een te lang stuk,” vult Anne Marie Prins aan. “Je kunt van je spelers niet verwachten dat ze die lappen tekst uit hun hoofd leren en dat ze zich bovendien ook nog de rollen eigen maken in drie weken tijd.”
“Hermans vroeg op een gegeven moment of ik nog een plakje cake wilde,” pakt Mea Blazer de draad van het verhaal weer op. “Ik zei toen: nee, liever een stukje papier met uw toestemming erop. We werden het eens, toen hij van mij de verzekering kreeg dat de strekking van het stuk intact moest blijven. Inmiddels was ook het 5 Mei Comité tegen mijn verwachting in akkoord gegaan.”
Strekking
De strekking van King Kong komt er in het kort op neer dat de waarheid ongrijpbaar wordt gemaakt. Hermans maakt dit duidelijk door bijna letterlijk de dialoog tussen parlementaire onderzoekscommissie en getuigen in de zaak-Lindemans op te voeren, uiteraard voorzien van kritische kanttekeningen gemaakt door allerlei figuren die met een zekere ongerustheid de procesgang volgen. Een dictatoriaal regiem, zo beweert Hermans in de inleiding van zijn boekje King Kong, stelt geen belang in de waarheid. Een democratie kan niet bestaan zonder die waarheid, die natuurlijk wel openbaar moet worden gemaakt. W.F. Hermans constateert een vrees voor de waarheid bij democratische regeringen.
“De parlementaire democratie functioneert bijzonder slecht”, zo meldt Hermans uit Parijs. “Er werden en worden nog te veel zaken in de doofpot gestopt”. Als voorbeeld voor het slecht functioneren van de democratie in Nederland noemt Hermans de parlementaire behandeling van de zaak-Weinreb.
“Zo’n achtenswaardige afgevaardigde als meneer Voogd van de PvdA stond 20 minuten te leuteren over een zaak waar hij geen verstand van heeft”. W.F. Hermans geeft toe dat hij het parlementaire gebeuren in Nederland niet meer op de voet volgt. “Hier in Parijs merk ik er weinig van. Ze moeten het in Nederland maar zelf uitzoeken. Ze willen zo graag het gidsland spelen. Nederland wil de wereld de loef afsteken in morele voortreffelijkheid.”
Mea Blazer en Anne Marie Prins delen met Hermans de zorg over de democratie. Concrete voorbeelden kunnen ze wel, maar willen ze nu niet noemen, maar dat het in Nederland goed mis is, daar zijn beiden van overtuigd. En daar willen ze iets aan doen.
Anne Marie Prins, bekend van het politiek geëngageerde gezelschap Theater Terzijde en onlangs regisseuse van Peter Schats opera Houdini, zegt: “Ik wilde graag gratis mijn medewerking verlenen aan deze manifestatie. Het oude gevoel, in de tijd van de anti-Vietnam-demonstraties, kwam bij mij terug. We moeten flink de vinger leggen op het gemanipuleer. Je denkt toch zeker niet dat die King Kong dat verraad in zijn eentje pleegde, daar zaten meer mensen achter.”

Principes
Anne Marie Prins is bereid voor King Kong haar toneelprincipes over boord te zetten. “Ik ben een zorgvuldigheidsapostel. Op die wijze kan ik me bij de repetities niet presenteren. iedere speler heeft belangeloos aan dit stuk gewerkt, heeft zijn vrije tijd opgeofferd om er een goede voorstelling van te maken; dat krijg je alleen als je met een club van gelijkgestemden werkt die zegt: hup, de schouders eronder. En het aardige is dat je dan nog aan je vak, het toneel maken, toekomt. Overigens wil ik King Kong geen toneelstuk noemen, het is meer een manifestatie”.
De schrijver van het stuk, W.F. Hermans, vindt het in het verre Parijs maar zo-zo dat er belangeloos aan zijn stuk moet worden gewerkt. “Ik heb niet goed begrepen dat dat nu weer moet,” zegt hij. “Ik weet nog niet of ik ga kijken. Stel dat ik teleurgesteld word dan ben ik er de man niet naar om daarvan niets te laten blijken! Iedereen kan dan de volgende dag in de kranten lezen dat ik het niet goed had gevonden. Dat zou ik erg vervelend vinden voor de mensen die nu eens eindelijk de moeite hebben genomen om mijn stuk uit te voeren.”
On-Hollands
Is W.F. Hermans ongerust over de voorstelling (“Ik hoop dat er niet te veel in wordt geschrapt”), Mea Blazer en Anne Marie Prins maken zich minder zorgen. Anne Marie Prins: “Belangrijk is dat er nu iets gebeurt. We moeten niet op zijn Hollands blijven leuteren. Hadden we geld gevraagd dan hadden we daar lang op kunnen wachten. King Kong heeft een on-Hollandse opzet. De medewerkers hebben een circusmentaliteit. Ze springen erin, doen alles, van het lezen van andermans rollen als we bij de repetities niet voltallig zijn, tot het opknappen van technische klusjes.”