Schrijfmachines van WFH

Utopia 8, een prachtnummer, met artikelen van Hermans en Kousbroek. Compleet met correctorvelletjes en carbon. Je slaat het tijdschrift niet open, je opent de kap!!!!! En dan heeft het nog tal van verrassingen.

Op foto’s kan je soms een glimp opvangen van de schrijfmachines die WF Hermans verzamelde. Hij gedroeg zich als iedere verzamelaar: snuffelen, afdingen, uren prutsen en af en toe een miskoop doen. Bijzonder mooie artikelen verschenen in Avenue, NRC. En natuurlijk bezocht WF Hermans het graf van Sholes, de man die aan de wieg stond van de schrijfmachine. Was eens de typekamer van de ABN gevuld met tientallen dames die RSI trotseerden en onvermoeibaar ratelden, nu heeft een ieder zijn eigen beeldscherm en een typecursus is niet meer nodig. WF Hermans is zijn schrijfmachine trouw gebleven.

 De rode IBM, dit is hem echt, regelmatig gevuld met papier dat WF Hermans vond. Papier aan de rol of kettingpapier maakte het mogelijk “eindeloos” te schrijven. Een nieuw pak Xerox laser/copier/inkjet 80g/m, 500 vel, kwam er bij Hermans niet in. Zijn werkkamer werd verplaatst naar het Scryption in Tilburg. Van september t/m november 2011 is de legendarische schrijfmachine van WF Hermans te zien in de OBA te Amsterdam, onderdeel van de tentoonstelling ‘Willem Frederik Hermans terug in Amsterdam’.  Het inmiddels opgeheven Scryption gaf de machine in bruikleen.

(uitg. Hermans-magazine 1998)
Bijzondere tekens 1977

We waren net gewend aan de gewoonte van Hermans prijzen te weigeren. Koning Boudewijn kreeg op 4 november 1977 bij de uitreiking van de Prijs der Nederlandse Letteren een exemplaar van de 100 bibliofiele ‘Bijzondere tekens’ (Ziggurat 1977).

Aan het plaatje kan je al zien dat ik de ‘Bijzondere tekens’ niet heb. Ik moet het doen met een, weliswaar uitgebreide, versie o.d.t. ‘De schrijfmachine mijmert gekkepraat’ (Rap 1989), 1000 exemplaren, genummerd. De titel van het boekje is afkomstig van een gedicht van Martinus Nijhoff:

Fragment uit ‘Awater’ van Nijhoff: Het wordt stil, het wordt warmer in de zaal. Steeds zilter waait dun ratelend metaal.
De schrijfmachine mijmert gekkepraat. Lees maar, er staat niet wat er staat. Er staat: “O moeder, zult gij ooit een bontjas dragen?
Gaan nu de rozen naar het hospitaal?”

Gedetailleerd beschrijft Hermans de geschiedenis van de schrijfmachine en vol vuur de anatomie. De zo logge apparaten beginnen voor de lezer tot leven te komen. De schrijfmachine blijkt ook bijzonder fotogeniek te zijn. Zo sluit de andere passie van WF Hermans, fotografie, perfect aan.

En als ik de gevleugelde machine in 2013 aantref bij Stg. Onterfd Goed in Den Bosch, heb ik de kans zelf de camera te hanteren. Eenmalig, denk ik.

De schrijfmachine schrijft in Hermans’ werk zijn eigen geschiedenis. De machine krijgt een symbolische betekenis in sommige verhalen of romans. Hier groeit de schrijfmachine uit tot een enorm bouwwerk, zelfs tot een allesvernietigende moordmachine. Schrijvers’ hallucinaties, of mooie dromen over machines in bikini?

Foto: Piet Schreuders

Piet Schreuders legt een mogelijke aankoop van een antieke schrijfmachine op de rommelmarkt van Montreuil vast. Als het om tekens gaat, is Schreuders van alle markten thuis. Dat moeten toch leuke gesprekken zijn geweest.

Fragment interview van Piet Schreuders met WF Hermans in Furore, juli 1977:

WFH: “Hoe komt u aan dat omslag van Bijkaart?” PS: “Dat heb ik van de Bezige Bij” WFH: “O, mag ik dat zien, want ik heb alleen het ontwerp gezien. Hoe vindt u het?” PS: “Eh, da’s lastig. Oorspronkelijk was het anders, toen had je schrijfmachineletters en die stonden scheef…”
WFH: “Ja precies……….”

Het is er nooit van gekomen: Hermans’ schrijfmachines, tentoongesteld op de bovenste verdieping van het ABN gebouw, Vijzelstraat 32, onder de bronzen buizenpostcentrale van de “Nederlandse Handelmaatschappij”. Later zouden de machines in bikini te zien zijn in het Scryption te Tilburg (5 mrt – 15 sept 1996). Zie Stef Jacobs: ‘De liefste machine ooit uitgevonden’, 1996.

Ook in 1964, toen ik er centralist was, zag de bronzen buizenpost van de ABN, voorheen de NHM er zo uit. Heb ik te veel gezegd? De entourage van het Scryption kan er niet aan tippen. Een boekje met de titel ‘Intranet in bikini’ is nooit geschreven. Een perfecte locatie voor de machines van Hermans. Het liep anders.

Cadeau bij Hollads Diep (1977)
Welwillend gesigneerd er retour gestuurd van uit Parijs

En als toeval te veel betekenis krijgt, zie je de kleuren van de toenmalige huisstijl van de ABN in dit werkje terug.

Op verzoek van Marga, mijn echtgenote, stuurde WF Hermans ‘Machines in bikini’ (1977) voor mijn verjaardag gesigneerd terug. “Hoe goedhartig ik ook ben…..” Hij deed het toch maar.

Wel van allerlei test-tekstjes die Hermans met de machines maakte. En van het boek, tevens catalogus, dat Stef Jacobs  bij de tentoonstelling uitbracht.

In januari 2011 moest het Scryption haar deuren sluiten. Dankzij het ontbreken van beleid. Ondanks de duidelijke groei in het aantal bezoekers en een steeds eigentijdser benadering van het museum, werd de subsidie van de gemeente Tilburg stopgezet.

En de collectie schrijfmachines? Die is voorlopig in veilige handen, zo bleek op de afscheidsreceptie van het museum op 24 februari 2011. De doorstart van het museum, nu zonder gebouw, moet ervoor zorgen dat haar collecties niet voor eeuwig verloren gaan voor het publiek. En dat geldt ook voor de WF Hermans-collectie.

Ik ben niet helemaal eerlijk geweest. Sinds de sluiting van het Scryption zijn de machines een grote zorg geweest, zowel voor de conservator van het museum, als voor mij. Het was een publiek geheim, waar ik nu over durf te schrijven: er werd een tijdelijk onderkomen gevonden bij de Paters van Tilburg. Het toevertrouwen aan hun goede zorgen was echter geen oplossing. De machines werden in de kelder opgeslagen. Een slechtere conditie dan deze is er niet. Rust roest, dat geldt zeker voor de tienduizenden blankmetalen onderdelen in de kelder van een klooster.

In Amsterdam heb ik een poging gedaan het Stadsarchief te interesseren voor de collectie. Het idee was niet nieuw. Hierboven beschrijf ik al de fantastische entourage die het oude ABN gebouw in de Vijzelstraat, nu beter bekend onder de naam De Bazel, te bieden had. Maar helaas: al het brons van de buizenpost is uit het gebouw verwijderd, tot en met die machtige centrale, waarvan slechts nog een foto in de kelder te zien valt. Het idee werd in De Bazel wel serieus besproken. Mooi dat er historisch gezien weldegelijk een lijntje lag: in de typekamer van weleer hebben enkele honderden vergelijkbare schrijfmachines jarenlang gerateld. Bovendien hebben we het over een Amsterdamse schrijver, die n.b. in ‘Het evangelie van O.Dapper Dapper’ het gebouw als reusachtige en monsterlijke machine beschrijft. Maar nee, zo’n enorme collectie opnemen in het gebouw….. Men wilde zich toch liever bij de kerntaken van het archief houden. De collectie werd er niet opgenomen. Voor een tijdelijke tentoonstelling van enkele schrijfmachines was men wel in.

Ook de OBA was bereid incidenteel iets van de collectie te tonen. De permanente Reve-collectie heeft enige tijd geleden tijdelijk plaats gemaakt voor een overzichtstentoonstelling over WF Hermans, geïnitieerd door enkele verzamelaars van zijn werk. Maar de complete collectie opnemen, nee….

foto: Nico Bennemeer (20-06-2013)

En dan is het 22 april 2013. In Het Brabants Dagblad is te lezen dat de hele collectie schrijfmachines van Hermans is verhuisd naar ‘De Gruyter Fabriek’ in Den Bosch. De Stichting Onterfd Goed ontfermt zich er over, wil dat de collectie bijeen blijft en zoekt verder naar een definitief onderkomen. De collectie is er ook te bezichtigen. Geweldig nieuws. Waar ik het zo ongeveer opgaf, gingen de leiding van het Scryption en de conservator door met hun pogingen het uiteenvallen van de verzameling te voorkomen. Alle lof.

De foto bij het artikel, (ik mocht hem plaatsen als ik er 50 euro voor betaal) toont twee van de machines: Links een IBM Electromatic (waarschijnlijk) uit 1940 en rechts wel zeker, dankzij het kaartje aan de grote teen, de Remington Standard 7 met tab, uit 1890.

Dan maar deze foto uit: ‘De liefste machine ooit uitgevonden‘, Stef Jacobs, 1996. Dit is dezelfde machine zonder tab.

DE ONTZAMELING 20 JUNI 2013 DE GRUYTERFABRIEK

Als mijn moeder mij vroeg boodschappen te doen, wilde ik dat alleen maar als ik naar De Gruyter mocht. Misschien is daar bij mij het verzamelen begonnen. De leukste Snoepjes van de Week waren die je zelf in elkaar moest zetten. Niet zelden moesten de boodschappen van een andere winkel komen en dan stond ik geheel tegen mijn zin bij de groenteman in de rij. Achteraf wel wat kinderachtig en voor mijn moeder zeker niet leuk als ik mijn tegenzin liet blijken.

Ik schaam mij voor mijn kinderlijke egoïsme uit die tijd. Maar wie schetst mijn verbazing als ik nu, anno 2013 mijn gelijke vind? Het Letterkundig Museum is die kinderlijke neiging, alleen voor het Snoepje van de Week te gaan, niet te boven gekomen.

Nee, de collectie schrijfmachines konden niet worden overgenomen na de sluiting van het Scryption. Geen ruimte, geen know how, geen zin in zo’n grote onderneming. Maar wel graag die prachtige, heilige, zuurstokrode IBM. Want oh, wat is dat een pronkstuk, een relikwie voor bij de documenten. De rest…. kijk maar wat je er mee doet.

V.l.n r.:

Van meet af aan heeft het Scryption gezien, dat de gedwongen sluiting van het museum vroeg om een nieuwe benadering collecties, die door gebrek aan visie en beleid van de overheid verweesd dreigen te raken, een zinvolle plek te geven in de samenleving. Er is niets op tegen de oude museale benadering te verruilen voor andere manieren van conserveren, tentoonstellen. Teruggeven aan de pariculieren waar ze vandaan komen hoort daarbij. Jolande Otten ging het gevecht aan. Of liever: zag de realiteit onder ogen en zette een niet gebruikelijke stap. Met alle gevolgen van dien.

Dirk van Weelden
Stichting Onterfd Goed zette de hele verzameling schrijfmachines, maar ook andere deelcollecties van het museum in de schappen. Stichting De Nabestaanden bedacht een wedstrijd. Studenten gaven het hele proces vorm en voerden als een hecht team de organisatie uit. Het beste idee over het voortbestaan van de collectie zou worden gehonoreerd: voor  5.500,00 euro mocht de winnaar de collectie overnemen. Er waren zeven inzendingen en drie werden genomineerd. Donderdag 20 juni werd de uitslag bekend gemaakt, na een dag van bezinning en discussie. Voor de prijsuitreiking nog even een gepaste lofzang, uitgesproken door Dirk van Weelden, die de liefde voor het schrijven perfect liet passen op de liefde voor de schrijfmachine.

Oliver (1886)

Hoever mag je bij het overnemen van de collectie, het ontzamelen, gaan? Moet de collectie bijeen blieven of mag je de verzameling opsplitsen? Heeft de collectie een kunstzinnige, historische, literaire waarde, en welke is dat? Begraven? Vergassen? Versleutelen tot een nieuw kunstwerk?

Ik merkte dat ik er behoudend in sta. Tijdens de discussie sprak mijn hart: Er zijn zoveel ingangen die in het werk van Hermans te vinden zijn om naar de collectie te kijken.

Hermans’ wereldbeeld was nou niet echt positief. Maar ‘de vooruitgang’ zat hem in de ontwikkeling van de techniek. De schrijfmachine heeft een grote invloed gehad op de emancipatie van de vrouw, zo beweerde hij. Hoe dan ook, de technische ontwikkeling van de schrijfmachine is boeiend genoeg. En op welke manieren beschreef Hermans de schrijfmachines? De surrealistishe benadering in Het evangelie van O Dapper Dapper, de schrijfmachine als moordend monster, is heel macaber.

Stan Wannet en Geert Jonkers.

Er werd gekozen uit drie inzenders:

De stad Groningen, de Rijksuniversiteit Groningen en de Openbare Bibliotheek hadden een stabiel plan. In zijn geheel opnemen in wat er al was: de wetenschappelijke en literaire nalatenschap van WF Hermans. Het argument echter dat de slechte verhouding Hermans en Groningen ook een verhouding is, is natuurlijk een nonargument. Bovendien ontdekte ik een zeer behoudende benadering. Opnieuw in de kast zetten. Dat is het zo’n beetje. De verzameling digitaliseren ligt voor de hand en is op zichzelf prima natuurlijk. De verzameling zo vaak mogelijk en in verschillende contexten tonen sprak mij dan toch wel aan. Blijft toch het gevoel over van een buitensporige inhaligheid van een stad die zich nergens voor schaamt. 160 Snoepjes van de Week?

De schrijfmachine mijmert gekkepraat? Leontine Meyer van Mensch

De juryvoorzitter had in haar toespraak een open mind voor de toekomst van collecties die op drift raken. Maar bij de juryrapporten kantelde haar opmerkingen een beetje. Zo langzamerhand lag het voor de hand dat de gedurfde prijsvraag ook een gedurfde uitslag zou krijgen. De publieksjury had op internet al duidelijk laten blijken dat de voorkeur uitging naar het duo Wannet-Jonkers. De jury koos echter toch voor zekerheid. De boekhandelaar uit Gent won.

Gert Brouns

De IBM van marsepein, hij mocht hem hebben en was er zichtbaar bij mee. Op naar Gent, waar ik natuurlijk met spijt mijmer over het feit dat ik niet met een idee ben gekomen. Uit bescheidenheid? Uit weerzin? Andere smoesjes? Het boodschappen doen bij Dirk van den Broek heeft mij enigszins fatalistisch gemaakt, denk ik, daar krijg je geen Snoepjes van de Week.

Beter dan de Groninger krochten, oordeel zelf. Brouns heeft er geen gras over laten groeien en laat zien dat het hem ernst was. De felbegeerde rode IBM op ooghoogte, de publiekseditie van de Volledige werken bovenop de vitrine. Op naar Gent.

Met één klik op de foto kunt u een schrijfmachine adopteren. Zo kan ook restauratie, reparatie en onderhoud gegarandeerd worden. U bepaalt zelf welke machine onder handen genomen wordt. Op 27 april 2014 opent Limerick haar deuren voor publiek. Het is de negentiende sterfdag van WF Hermans, een dag om het over zijn erfenis te hebben. Jet Bussemaker komt vast ook.

Je komt via de langgerekte winkel, waar alle ruimten achter en naast het pand zijn benut uiteindelijk in de schatkamer waar de schrijfmachines zijn opgesteld. Daglicht treedt via een groot dakluik naar binnen. Bij de deur liggen grote boeken die de proeftekstjes bevatten van de machines die Hermans stuk voor stuk getest heeft: “The quick brown fox…..”‘ enz. In Tilburg had ik ze al gezien en gelezen. Direct daarnaast een curieus tikapparaat met een cilindervormig staafje met alle letters en tekens. Het visitekaartje in het glas toont dit fenomeen.

De vele machines in de schappen zijn je steeds nabij en kunnen gebruikt worden door iedereen die een plotseling poëtisch moment voelt opkomen. Gert Brouns heeft zich verbonden met de apparaten en spreekt er liefdevol over. Hij heeft zich ontfermd over dit erfgoed en laat dat in alles merken. Zijn kennis rond allerlei technische en historische wetenswaardigheden is in het afgelopen jaar ontwikkeld. Hij zorgde ervoor dat er direct een aantal schrijfmachines werden gerestaureerd en vraagt nu wie met een adoptiecontract wil helpen alle machines een opknapbeurt te geven. De kaartjes bevatten de namen van degenen die dit al hebben gedaan.

Het zal bij elke verzamelaar of conservator hetzelfde gaan. Je bouwt een band op met je collectie en je gaat er onwillekeurig een emotionele relatie mee aan. De Underwood koffermachine en de rode IBM zijn door Gert Brouns met eerbied naast elkaar gezet. De oude koffermachine had Hermans’ zuster Corry van haar ouders gekregen. Na haar dramatische dood mocht Wim er mee werken. Maar al snel was hij bezorgd om de kwetsbaarheid van de machine en hij besloot dit erfstuk van zijn zuster veilig op te bergen. Hij schafte zich een eendere machine aan. Zo kon de schrijfmachine van Corry volledig in tact blijven. Nu heeft de Underwood een ereplaats naast de rode IBM gekregen, de machine waar Hermans tot op het laatst mee heeft geschreven. Mooi!

Door vervaarlijke apparaten gevangen. Met dit standpunt van de fotograaf doemt onvermijdelijk de titel Door gevaarlijke gekken omringd op.
De collectie is imposant. Alles staat vol. Maar geordend en bereikbaar voor iedereen die even stil wil staan bij die ene gekte van WF Hermans.

Niet alleen de machines zijn overgebracht naar Gent. Ook de kasten met glazen planken die bij Hermans in zijn Parijse woningen hebben gestaan zijn meegeleverd. Speciaal voor dit doel vervaardigd om het soms kolossale gewicht aan te kunnen.

In het blad Utopia (nr 8, dec 1977) Screef WF Hermans een uitgebreid artikel over de geschiedenis van de schrijfmachine. Ook Rudy Kousbroek en Piet Grijs hadden hun aandeel in dit prachtige tijdschrift. Voorwaarde was wel, dat Hermans een aantal speelgoedmachientjes onder zijn hoede zou nemen. (Rechts zichtbaar)

Met het initiatief van het Scryption, Stg. Onterfd Goed is het gesteggel rond de collectie van WF Hermans tot een einde gekomen. De lichaamstaal van Gert Brouns verraadt met het glinsteren van zijn ogen, dat het trekken van een lange neus naar Nederland enig genoegen schept. Volkomen terecht, lijkt mij. Twee jaar lopen leuren met deze verzameling, niemand die de zorg op zich wil nemen en als er dan een Belg vandoor gaat met dit gietijzer, kamervragen gaan stellen. Die hypocrisie verdient een lange neus. En Gert Brouns verdient deze collectie. Ik kan mij geen beter onderkomen bedenken.

(foto’s: Nico Bennemeer)

De Brakke Grond, Amsterdam Vrijdag 5 juni 2015

Het Vlaams Cultureel Centrum, Nes, Amsterdam vond het wel zo gepast iets van de frustratie van Nederland goed te maken. Een waardige verantwoording voor de export van ons cultureel erfgoed: de schrijfmachines van WF Hermans. De krokodillentranen van de Nederlander, zelf niet voldoende geïnteresseerd in wat aan de grens wordt overgedragen, konden worden gedroogd. Limerick in Gent heeft ons overtuigd: de afbraak van ons zorgstelsel mocht er niet toe leiden dat de verzameling van Neerlands grootste schrijver zou verkommeren in een vochtige kelder in Tilburg, Groningen, Amsterdam of waar dan ook. België heeft de kretologie rond de “participatiemaatschappij” begrepen en heeft de mantelzorg op voortreffelijke wijze op zich genomen.

De Brakke Grond nodigde de nieuwe conservator en de makers van Nooit meer typen uit om ons te overtuigen. De zorg is in goede handen.

Er is een slideshow van de foto’s uit Nooit meer typen, gesprekken met de fotograaf, inleiders van het boek, de conservator. Het gedicht Straattoneel wordt twee maal muzikaal vertolkt, essays worden voorgedragen en de vier machines, waarop Hermans het leeuwendeel van zijn werk typte, zijn aanwezig op deze ontwapenende avond.

V.l.n.r.:

Philippe Debeerst, de fotograaf die het prachtige Nooit meer typen van zijn beelden voorzag, vertelt de presentatrice, Marike Jager, hoezeer hij zich in het onderwerp heeft vastgebeten. Soms met meer dan 10 spots belichtte hij zijn onderwerp om alle afzonderlijke onderdelen optisch los te weken. Met weinig fantasie zie je haast de beweging die de onderdelen in de machine maken. De fascinatie van Hermans is door de wijze van afbeelden voelbaar.

Gert Brouns is zijn verbazing nog niet te boven. De prijs voor het beste idee de schrijfmachinecollectie bijeen te houden en open te stellen voor publiek kwam hem toe. Niet dat hij zich daarmee de collectie gratis verwierf, zo werkt dat niet in het land waar de handelsgeest in de genen zit: Brouns mocht de collectie kopen! Voor 5.000,00 euro. De Hollanders vatten een woord als “prijsvraag” maar al te graag letterlijk op. Hij moest ook de glazen rekken, die bij Hermans in Parijs in zijn woning stonden erbij nemen. Niet verkeerd, want de collectie en de wandkasten horen bij elkaar. We kennen allemaal de foto’s van de appartementen van WF Hermans, waarop de rekken te zien zijn.

Een deel van de inleiding van Cristophe Vekeman werd door hem zelf voorgedragen. Zijn inleiding draagt de titel: Toetsen van romantische geestdrift. De schrijfmachine stelde Hermans in staat bij het schrijven zijn gedachten in snelheid bij te kunnen houden. Ook met de twee wijsvingers, die hij bij het typen gebruikte. En wat te denken wanneer Hermans menselijke eigenschappen toedicht aan de “prachtmachines” die hij van de rommelmarkt haalde. “Ik, ik, ik …ook eens een meesterwerk schrijven”.

Dirk van Weelden is zelf schrijfmachineverzamelaar. Hij kent aan elk schrijfgereedschap een eigen waarde toe. Combineert de moderne elektronische mogelijkheden met de mechanische, maar verfoeit ook de kroontjespen niet. De schrijfmachine heeft een enorme pedagogische waarde. Iedere letter afzonderlijk intoetsen veroorzaakt de juiste concentratie die nodig is bij het schrijven van wat je werkelijk bezielt.
En als het beeldschone slaapstertje op het strand wakker wordt gebeld door haar mobiel, ziet zij tot haar verbazing een charmante, getypte tekst op haar telefoon verschijnen. De geestdrift van Van Weelden geeft ons vleugels.

Weer muzikale bijdragen: Odilo Girod en Marten de Paepe geven beiden hun muzikale interpretatie van het gedicht Straattoneel, uit de bundel Hypnodrome, 1947. Geen nieuw initiatief. Maar wie had ooit deze vertolking gehoord? Had de eerste vertolker een scala aan elektronische achtergrondgeluiden, de tweede deed mij denken aan de wijze waarop Breitner het straattoneel zou hebben geschilderd.

Een mooie, filosofische voordracht van Renske Jonkman. De onsterfelijkheid van de ambachtelijke manier om je zielenroerselen aan het papier toe te vertrouwen of de romantische opvatting dat die onsterfelijkheid kan worden toegedicht aan het schrijven? Blijft het feit dat wel in elke wijk een drukwerkplaats herleeft, waar buurt, jeugd, kunstenaar elkaar ontmoeten en wonderwel oude tijden laten herleven. Schrijfmachine, drukpers, zeefdrukken, boekbinden, de tijden van Paulo Freire, de priester die alfabetiseerde in Brazilië, zijn terug. Binnenkort zijn er weer die oerlinkse pamfletten….? Dat waren gedachten die de voordracht van Renske bij mij opriepen.

Underwood
Barlock
Erica
IBM

Dit zijn ze: de “prachtmachines”, waarop WF Hermans het overgrote deel van zijn werk typte.
(foto’s: Philippe Debeerst)
In Gent werd het prachtige fotoboek van Philippe de Beerst op 19 april 2015 overhandigd aan Ruprecht Hermans. Natuurlijk in de boekhandel van Gert Brouns: Limerick.

Brouns krijgt er nog altijd geen genoeg van nog even de beschamende uittocht van de schrijfmachineverzameling uit Nederland te schetsen. Met genoegen lijkt hij een lange neus te trekken. En terec

Er was aardig wat volk op de been. De voorbereidingen voor het boek Het motorzijspan van Willem Frederik Hermans waren in volle gang. Onder het publiek enkele betrokkenen: Johan Buiskool Toxopeus, Wim-Jan Derks en Nico Bennemeer.

Ruprecht Hermans heb ik uitgebreid gesproken. Hij was zeer opgetogen over het schrijfmachineboek en blij, na de teleurstellende perikelen rond de biografie van Otterspeer, nu eens in een prettige sfeer te kunnen praten over zijn herinneringen aan zijn vader.

Stel je voor, een welhaast perfecte schrijfmachine, nooit door de eigenaar beroerd, nimmer ingezet om dat ene, ultieme boek te schrijven. Twee heiligverklaringen in één. Op tien minuscule bladzijtjes geschreven. Mijn associatie is dat boek, dat Wittgenstein verheerlijkte: dat boek zonder woorden en dus met lege bladzijden.

Nu weet ik welke schrijfmachine daarbij hoorde: de ‘Wanderer’, een Continental van Duitse makelij, geschikt om, compleet met koffer, overal mee naar toe te wandelen. Een dergelijke kofferschrijfmachine speelde een belangrijke rol in de film ‘Das Leben der anderen’,

in de herfst van 2009 te zien op de Nederlandse televisie. Sebastian Koch in de hoofdrol. Een prachtige film over de wijze waarop de Stasi in Oost Duitsland controle hield over haar burgers. Een soortgelijke machine als ‘Der Wanderer’ moest worden binnengesmokkeld uit het westen en verstopt onder de vloer. Het machientje was zo plat als een dubbeltje.

En, niet onbelangrijk: Het symbool “stukrijs”is weer terug van weggeweest, dankzij de “Bijzondere tekens”. Ik kan het ook nog laten werken in een e-mailadres. Iets voor de verfijning later.