Volledige werken van WFH

Als WF Hermans in april 1995 sterft, komt er een reeks van publicaties en activiteiten op gang, die zijn weerga niet kent. Dag- en weekbladen staan vol ‘in memoriams’, in literaire tijdschriften is de aandacht voor WF Hermans groot. De stapel boeken die over de schrijver sindsdien is verschenen, groeit nog altijd. Een enkel werk springt er uit. Freddy de Vree kiest zonder pretenties voor een heel persoonlijk gedenkboek. Postuum verschijnen vijf werken, die elk afzonderlijk een selectie vormen met een eigen thema: brieven aan Van Oorschot, Parijse notities, novellen, polemische stukken, de Simmillion verhalen. ‘Ruisend gruis‘ was Hermans’ laatste roman die nog op stapel stond en postuum verscheen.

(folder)

Het Letterkundig museum beheert het Hermans archief en Willem Otterspeer bereidt een biografie voor. En dan is er het Willem Frederik Hermans Instituut (WFH-i) dat met grootse plannen komt. Haar wetenschappelijk werk moet uitmonden in een prestigieus, compleet oeuvre, naar het voorbeeld van de vermaarde Pléiadereeks.

Pléiade
WFH

In samenwerking met o.a. het Huygens Instituut wordt begonnen aan een immense  klus. Lang heeft het geduurd voor het WFH-i haar website kon lanceren. Lang duurt het voor de biografie verschijnt. En het zal ongetwijfeld een race tegen de klok zijn om tot 2016 jaarlijks twee delen van de ‘Volledige werken’ van WF Hermans in de boekhandels te krijgen.

(foto: Rob Mostert)

En wie ook nog alle mogelijke correcties, errata en drukproeven wil napluizen, kan bij het Huygens Instituut terecht. Alle bronnen werden gefotografeerd door Rob Mostert, waarvan hier enkele voorbeelden. Hier beneden komt u ze nog veelvuldig tegen.

Nauwgezet (?) en rijk geïllustreerd wordt de tekstgeschiedenis beschreven. Het resultaat van deze noeste arbeid moet een blijvend en toegankelijk document vormen. En dat voor vierentwintig delen…….
Fouten blijken onvermijdelijk en Hermans-magazine laat daar geen gras over groeien. Dat was ook te verwachten. In maart 2007 doet zij een boekje open en verbeteren de redacteuren talloze fouten in een special van H-m.

De publiekseditie

Herfst 2005. De Bezige Bij produceert een folder die in de boekhandel onder de toonbank ligt. Alle vierentwintig delen van Hermans’ verzameld werk lijken al te koop te zijn. Deze indrukwekkende regenboog betreft de publiekseditie van de ‘Volledige werken’. Dan kan die saaie ‘Winkler Prins’ (compleet) nu eindelijk naar de kringloopwinkel. Maar wacht even, want er verschijnen twee delen per jaar, dus ruim de boel pas op na 2010, anders zie je het kleurverschil van het behang achter de boekenkast.

In datzelfde jaar komt slechts deel 1 uit met: ‘Conserve‘ en ‘De tranen der acacia’s‘, Hermans’ twee eerste romans zijn in deze primeur verenigd. De ontstaans- en publicatiegeschiedenis is aan de tekst van beide romans toegevoegd.

(Journaal zomer 2010)

De Bezige Bij lanceert in haar ‘Journaal zomer 2010‘ een koerswijziging bij het uitbrengen van de publiekseditie van de ‘Volledige werken’. De regenboog van hierboven, het omslag ontwerp was van Tessa van der Waals, wordt verlaten. De publiekseditie krijgt boekomslagen. De zes verschenen delen zijn in september voor nog geen dertig euro te koop.

De nieuwe en toekomstige stofomslagen zijn ontworpen door Marry van Baar en vinden hun oorsprong in de surrealistische schilderkunst. Dat wordt een verzameling op zich met werken van o.m. Max Ernst, George Grosz, met: ‘Remember uncle August, the unhappy inventor’. Het kan niet hermansiaanser.

Dit is wel het moment trouwens. Te verwachten valt, dat deel 3 van de ‘Volledige werken’ goed zal verkopen met Hermans’ meest besproken en gelezen romans: ‘De donkere kamer van Damokles’ en ‘Nooit meer slapen’. Maar hoe kom ik nu aan die stofomslagen, die aan mijn collectie dreigen te gaan ontbreken? Geen nood! Alle stofomslagen zijn te bestellen. Ze zijn gratis en kunnen worden geleverd als deel 3 in de herfst uitkomt. De Bezige Bij heeft mijn oproep ruimhartig beantwoord.

Ik kreeg een uitnodiging om op 4 november 2005 om bij de presentatie van het eerste deel van de verzamelde werken aanwezig te zijn in de Nieuwe Kerk. Als je mijn pagina over Multatuli bekijkt snap je meteen wie de ontvangende hoofdgast was. Belofte maakt schuld. De kroonprins had het over zichzelf afgeroepen. Hij kreeg het eerste exemplaar. ‘De donkere kamer van Damokles‘ kende hij het best. Daar had de prins een werkstuk over geschreven. Misschien was het slimmer geweest als hij had gezegd: “Over ‘De donkere kamer van Damokles‘ ……… heb ik een werkstuk geschreven”. Dan zaai je geen twijfel.
De hele schrijverswereld was aanwezig, Harry Mulisch had weinig aanspraak. Aan journalisten geen gebrek, Max Pam, die Hermans’ scherpste polemieken bijeenbracht had het slim aangepakt. Een mooiere timing om zijn verzamelde Hermans-teksten te publiceren was er niet.

“Als ik het had gevraagd”, zei Dirk Baartse van het Hermans-Magazine, “dan had ik vast ook een toegangsbewijs gekregen”. Hij zag de gasten stuk voor stuk over de Dam aan komen lopen. Schuhmacher (van het antiquariaat) was op tijd en vertelde graag nog wat anekdoten rond zijn befaamde Hermans catalogus van 1982. Daarna liet ik Baartse in de kou staan en betrad ik De Nieuwe Kerk, met toegangsbewijs.


Het programma had niveau. Niet in de laatste plaats omdat burgemeester Cohen definitieve spijt betuigde over de banvloek die Amsterdam in 1982 uitsprak n.a.v. het bezoek van WF Hermans aan Zuid-Afrika. Adriaan van Dis was Cohen al voorgegaan na een eerder, onaangenaam gesprek in zijn tv programma.

Cees Nooteboom had voor mevrouw Hermans troostende woorden. Zijn toespraak verscheen in druk. Nooteboom heeft er zich nooit op voorgestaan. Het contact dat hij met het echtpaar Hermans had, is altijd goed geweest. Merkwaardig eigenlijk. Hermans als kwaadaardig monster en Cees als bon vivant van het Nederlands (en niet alleen Nederlands) publiek.

Ik heb toch maar gekozen voor de luxe editie. Twee leeslinten namelijk en in foedraal gestoken. Een prachtig stukje werk. Neerzetten en nooit meer openslaan dacht ik zo. Daar gebruik je de publiekseditie voor. Want waar laat je de cassette, hoe houd je al het wit proper? De in tweeën gesplitste stofomslag waait bij de openslaande deuren van mijn nieuwe huis zo de polder in en het doorzichtig plastic omslag vind je moeilijk terug in de tuin. Kiezen voor de luxe editie is dus kiezen voor allebei. Ik heb de aanschaf van beide edities bij mijn vaste lasten gerekend.
Mijn vader was meester in zijn boekbindersvak. De Bijbels die hij in foedralen stak, zien er toch anders uit. De eigentijdse uitstraling van Hermans’ ‘Volledige werken‘ mist die ambachtelijke touch: linnen, leer, vergulde letters, goud op snee en een springrug bij de dikkere banden zijn er niet meer bij. Maar toch straalt de aandacht voor het vervaardigen van deze editie er vanaf. Het WFH-i mag zich best op de borst kloppen. Ik wacht met ongeduld op elk volgend deel, dat met tussenpozen van een half jaar wordt uitgebracht, ook al zien alle delen er eender uit.

Thuis kon ik een extra boekenkast aanschuiven om alle 24 delen naast elkaar te krijgen. Maar hierboven kon dat niet. Toch zijn ze er allemaal. Klik op de pijltjes links en rechts en de caroussel komt in beweging. Op elk afzonderlijk deel kan geklikt worden en dan verklik ik wat er in staat. Vandaag nog niet, maar wacht maar af………

Wat er allemaal te verwachten valt? Wat verschijnt, wanneer en in welk deel, is onmiddellijk te zien. Klik op elk van de 24 delen, ook als de foedraal nog leeg is, dan verklik ik wat erin komt te staan! En terugklikken kan ook.

Zo mogelijk zal ik de gegevens hieronder steeds actualiseren. En wie er nu nog per e-mail aan mij vraagt welke boeken Hermans geschreven heeft, zal ik als bezoeker van deze site royeren en zeker niet meer antwoorden.

Deel 1: (romans) Verscheen november 2005

De publiekseditie van deel 1, met buikband, met stofomslag (per september 2010)

Op de omslag: ‘At the first clear world’ van Max Ernst

Conserve
  
(Hier de 1e druk, 1947)
(foto: Rob Mostert)

Drukproef voor de eerste druk van Conserve, 1947

De tranen der acacia’s
  
(Hier de 25ste druk, 1999)
 
(foto: Rob Mostert)

Twee lijsten met correcties voor de 17e druk.


Deel 2: (romans) Verscheen mei 2008

De publiekseditie van deel 2, met buikband, met stofomslag (per september 2010)

Op de omslag: ‘The wavering woman’ van Max Ernst

Ik heb altijd gelijk
  
(Hier de 16e druk, 1993)
(foto: Rob Mostert)

Archiefexemplaren van Ik heb altijd gelijk van WFH zelf, waarin hij de fouten vaak lang voor volgende druk verscheen had aangegeven. In de 6e druk waren dat twee zetfouten.

(foto: Rob Mostert)

In dit correctie-exemplaar een advertentie van Bruna, die haar literaire collectie aanbiedt met een wervende afbeelding, voorzien van een wervende tekst.

De God Denkbaar Denkbaar De God
  
(Hier de 3e druk, 1977)
 
(foto: Rob Mostert)

Bij het verschijnen van de negende druk veranderde ‘waarin’ in ‘waarvan’.

Wetenschappelijk vastgesteld!!!

Drie melodrama’s
  
(Hier de 2e druk, 1968)
(foto: Rob Mostert)

In deze archiefexemplaren vond Hermans 1 zetfout in ‘Conserve’.


Deel 3: (romans) Verscheen najaar 2010

De publiekseditie van deel 3, hier met het nieuwe stofomslag en buikband. Ontwerp: Marry van Baar.

Op de omslag: ‘Spanish night’ van Francis Picabia.

Zou dit deel dan eindelijk goede verkoopcijfers laten zien? Ik voorspel een hoop media-aandacht voor deel 3, met de meest gelezen en vermaarde romans van WF Hermans. Opmerkelijk is de metamorfose van de publiekseditie. Nu met stofomslagen, ook voor de delen 1, 2, 7. 11. 12 en 13, die al verschenen waren. Een charmeoffensief van de uitgever.

Er doet zich een merkwaardige tegenstelling voor in dit deel van de ‘Volledige werken’.

De donkere kamer van Damokles
  
(Hier de 21e druk, 1978)
(foto: Rob Mostert)
Manuscript van de roman. De 1e druk is van 1958.

WF Hermans dreigde, volgens eigen zeggen, bij het schrijven van ‘De donkere kamer van Damokles’ steeds in slaap te vallen, terwijl de lezers er juist niet meer van konden slapen. Hermans had moeite bij het schrijven van de roman de spanning in het boek op peil te houden, zo blijkt nu.

Nooit meer slapen
  
(Hier de 22ste druk, 1991)
(foto: Rob Mostert)
 Correctie-exemplaar van de 24ste druk, jubileumuitgave.
Trondheim met een ’t’ geschreven.

Nee, dan deze roman. Volgens Hermans een van zijn best geslaagde romans. Bij ‘Nooit meer slapen’ kon hij wakker blijven, het lezerspubliek natuurlijk eveneens. Een nieuwe titelverklaring?

Tegelijk met de presentatie van het boek in de Openbare Bibliotheek Amsterdam, werd door een studentengezelschap in Leiden een toneelbewerking van de roman opgevoerd. Er was nog een tweede voorstelling op donderdag 16 september in Theater Imperium aan de Oude Vest.

De presentatie van deel 3.

In de Openbare Bibliotheek Amsterdam werd op 15 september 2010 dit deel van de ‘Volledige werken’ gepresenteerd. De wordingsgeschiedenis van de reeks is er één van lange adem, niet in de laatste plaats, omdat onderzoek veel tijd vraagt. Over dat onderzoek werd een film vertoond, gemaakt door Iris Koppe. In beeld Peter Kegel en Jan Gielkens, die omringd door archiefstukken alle mogelijke tekstvarianten bestuderen en besluiten nemen over editeursingrepen. ‘Het is heel, heel zwaar werk’, verzucht Jan Gielkens nog eens in zijn mondelinge toelichting. Hoor ik iets van een klagelijke toon in zijn stem? Kennelijk is de klus er de oorzaak van, dat de wereld om het WFH-i heen nauwelijks nog binnendringt. En daarom dacht ik even: “Alsof ik niet hard werk….”

De Bezige Bij stak alle, tot nu toe verschenen delen van het verzameld werk in een nieuw jasje. Een charmeoffensief op het juiste moment. Deel 3 zal ongetwijfeld een hoog verkoopcijfer behalen met het bijeenbrengen van de twee bekendste romans van WF Hermans. De omslagen zijn bij de boekhandel te bestellen en worden gratis geleverd. Het dunne kokertje, waarin ze opgerold zitten, heeft gewerkt als een krultang. Het uitrollen moet voorzichtig gebeuren. Ik heb gedaan of ik een dikke sigaar moest ontleden, zonder het blad te beschadigen.

Dan de stem van Ruprecht Hermans, die hoofdstuk 35 van ‘Nooit meer slapen’ leest, zonder haperen en met de intonatie van iemand die het boek zelf geschreven heeft. De monoloog van Alfred Issendorf uit hoofdstuk 35 brengt de hoofdpersoon tot leven, dankzij de perfecte inleving van Hermans’ zoon Ruprecht. De onvolprezen wijze, waarop WF Hermans ooit ‘De God Denkbaar, Denkbaar de God’ voorlas, heeft Hermans junior ertoe gezet niet onder te willen doen voor zijn vader. Maar wat Alfred Issendorf niet lukte, werd bij Ruprecht Hermans juist tot een prachtig resultaat. Applaus!

Abdelkader Benali en Margriet de Moor verhalen over de persoonlijke binding die zij hebben met deze roman. Benali beschrijft de onmogelijke weg om schrijver te worden. Zelfs, of juist WF Hermans zorgde ervoor dat Benali het gevoel had, zichzelf aan zijn haren uit het moeras te moeten trekken.

Margriet de Moor trekt in woord en beeld een parallel met de Zuidpoolexpedities van kapitein Robert Falcon Scott, Roald Amundsen en Ernest Shackleton en de wetenschappelijke expeditie in Noord Noorwegen uit de roman ‘Nooit meer slapen’. “Bij elke expeditie gaat er wel iemand dood…”, was Margriets nuchtere constatering. ‘Nooit meer slapen’ voldoet aan deze wetmatigheid. Een heel boeiend ontroerend relaas dat jammer genoeg eindigde met een wel heel onverwachte vergissing: in de laatste alinea’s werden de twee romanfiguren Alfred en Arne meermalen verwisseld. Zo’n anticlimax verdiende Margriet de Moor in het geheel niet!

Frans A. Janssen was de laatste spreker. Een beetje overbodige. Zowel in de film als in Gielkens’ praatje werd het werk van filologen al belicht. Het gewicht dat op deze avond aan dit werk gegeven werd, moest het publiek overtuigen van de hoge kwaliteit van het resultaat van de arbeid, door het Huygens Instituut verricht. Niet iedereen zal het daarmee eens zijn, weet ik. Ongetwijfeld zal aan deze conclusie nog wel geplukt en getornd worden. Blijft het feit dat nooit eerder een zo omvangrijk onderzoek werd gedaan naar de teksten van een Nederlandse schrijver.

En ‘De donkere kamer van Damokles’? Niet belicht! Saai, vond WF Hermans de roman zelf. Voor sommigen gaat dan toch wel een beetje het licht uit. En wat doet de pers? Geen feestelijk onthaal voor deel 3. Alleen en uitsluitend de nadruk op de ontdekking dat Hermans niet dol was op zijn meest gelezen roman. En zo wordt een charmeoffensief toch nog door deze opmerkelijke ontdekking afgestraft. Gelukkig hebben we deze site nog.

De campagne ‘Nederland leest’ van het CPNB kiest in 2012 om het leed te verzachten gelukkig voor ‘De donkere kamer’Willem Otterspeer, die hier nog ontbrak, zorgt voor de nodige achtergrondinformatie. Een prachtig relaas! Hij zet het boek weer volledig op de kaart.

(foto’s: Nico Bennemeer)


Deel 4: (romans) Verschijnt najaar 2012, werd februari 2013.

De publiekseditie van deel 4, Ontwerp: Marry van Baar

Op de omslag: René Magritte, ‘Le Pèlerin’, (1966).

Herinneringen van een engelbewaarder 
 
(Hier de 1e druk, 1971)
 
 
Het Evangelie van O. Dapper Dapper 
 
(Hier de 2e druk, 1977)
(foto: Rob Mostert)

In het archief: dit werkexemplaar van ‘Het Evangelie van O. Dapper Dapper’ met twee artikelen die erover geschreven werden. Rob van Straten: De geheimen van de taal uit De Revisor en (n.n.) Dr. O. Dapper, arts en schrijver uit het Parool. Alleen de eerste druk was paars.


Deel 5: (romans) Verscheen zomer 2013

De publiekseditie van deel 5. Ontwerp: Marry van Baar

Op de omslag: René Margritte: (fragment) ‘The masterpiece or the mysteries of the horizon’. (….)

(Nog geen nadere gegevens van het Huygens Instituut bekend)

Onder professoren
 (Hier de 2e druk, 1975)
Uit talloos veel miljoenen 
 
(Hier de 1e druk, 1981)

Deel 6: (romans) Verscheen voorjaar 2016

De publiekseditie van deel 6.
Ontwerp: Marry van Baar
Op de omslag: René Margritte: ‘Our daily bread’ (1942)

Ruisend gruis
  
(Hier de 1e druk, 1995)
Een heilige van de horlogerie
  
(Hier de 1e druk, 1987)
Au Pair 
 
(Hier de 1e druk, 1989)
Madelon in de mist van het schimmenrijk
 
 (Hier de 1e druk, 1994)

Deel 7: (verhalen en novellen) Verscheen voorjaar 2006

De publiekseditie van deel 7, met stofomslag (per september 2010)

Op de omslag: ‘I’ll be there; the glass dog’ van Giorgio de Chirico

Moedwil en misverstand
  
(Hier de 13e druk, 1992)
 
(foto: Rob Mostert)

Hermans schreef op de rug: “CORRECTIE”

Paranoia
  
1971
(foto: Rob Mostert)

Van Oorschot stuurde de revisiesets in delen naar Hermans op, die snel reageerde, maar voor de 7e druk niet veel te verbeteren had.

Een landingspoging op New Foundland
  
(Hier de 7e druk, 1980)
(foto: Rob Mostert)

Naast alle mogelijke correctie-exemplaren, lijsten met correcties en aantekeningen werden door Hermans aanpalende krantenknipsels bewaard: recensies. Hier ook een krantenartikel over de werkelijk bestaande, blinde fotograaf Evgen Bavcar.


Deel 8: (verhalen en novellen) Verschijnt voorjaar 2015, was het plan.

Een wonderkind of een total loss
  
(Hier de 6e druk, 1977)
De laatste roker
 
 (Hier de 1e druk, 1991)
Vier novellen
  
(Hier de 1e druk, 1993)

(Filip’s sonatine, Homme’s hoest, Geyerstein’s dynamiek, De zegelring)

De onversleten wandelaar  (1994)

Deel 9: (gedichten) Verscheen najaar 2011

De publiekseditie van deel 9
Op de omslag ‘L’Isle aux trésors’ van René Magritte (1942)

Hermans schreef het merendeel van zijn gedichten aan het begin van zijn schrijverscarrière, in en vlak na de Tweede Wereldoorlog. Hij verliet dit genre tamelijk snel en nam later afstand van zijn eigen gedichten. In 1968 verschenen de gedichten die hij selecteerde uit zijn voorgaande bundels in ‘Overgebleven gedichten’. Merkwaardig is het dat in 2000 een herdruk van Kussen door een rag van woorden’ werd gepubliceerd. Nou ja, niet in de handel en als nieuwjaarsgeschenk aangeboden aan relaties. Maar dan is er nog een derde druk, weldegelijk te koop en in het geheel tegen de zin van WF Hermans, zo mag ik aannemen. Een antwoord op dit raadsel kon ik in dit deel van de volledige werken niet vinden.

Hermans’ schrijverschap tijdens de Tweede Wereldoorlog staat precies bij het verschijnen van dit deel van de volledige werken ter discussie. Zijn aanmelding bij de Kultuurkamer in 1942 werd onlangs ontdekt. Hermans heeft dit feit nooit aan de grote klok gehangen. Natuurlijk ontstond direct tumult. Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten, lijkt hier van toepassing. De polemieken rond bv Weinreb komen in een ander daglicht te staan. Willem Otterspeer geeft in De Volkskrant (17-09-2011) direct een verzachtende verklaring, waarop Wim Berkelaar in HP De Tijd (20-10-2011) direct reageert. Hij verwijt de Hermansianen dat zij er het zwijgen toe doen. Maar dan komt Max Pam in het geweer. Ook in HP. (4-11-2011) Geen verdediging zoals bij Otterspeer: …hij wilde voor alles schrijver zijn, meer niet….. Gewoon de simpele vraag of een begenadigd schrijver ook held moet zijn. Berkelaar zou als historicus bovendien als eerste moeten weten, dat de Jodenvervolgers in de Tweede Wereldoorlog voor een goed deel protestantse Nederlandse politieambtenaren waren. Dat is nog eens wat anders dan een weinig eerzaam besluit zich bij de Kultuurkamer aan te melden.

Kussen door een rag van woorden
foto: Huygens ING

Drukproef zonder correcties. Hermans toonde zich uiterst tevreden over de bij Meulenhoff verschenen bundel: “Het uiterlijk van het boekje is werkelijk boven alle lof verheven.” 

Horror coe li en andere gedichten
foto: Huygens ING

Als Hermans in 1973 verhuist naar Parijs geeft hij materiaal in bewaring bij het Letterkundig Museum. Zo ook dit typoscript. In 1985 snuffelt Hermans in dit materiaal en schenkt Frans A. Janssen een exemplaar van de dichtbundel, zoals hij in 1945 al deed bij andere vrienden en bekenden.

Hypnodrome
foto: Huygens ING

Paul Rodenko wilde van Hermans weten waarom er (2) achter de titel ´Samenzijn in négligé´ staat. In ´Horror coeli´ (blz 27) ook een ´Samenzijn in négligé´. Nummer 2 werd niet goed genoeg gevonden om in ´Horror coeli´ te publiceren of was in de hongerwinter zoekgeraakt, zo schreef Hermans terug.

Overgebleven gedichten
  
(Hier de 4e, vermeerderde druk, 1982)

Aanvankelijk bevatte ‘Overgebleven gedichten’ slechts één gedicht van O.V. de L. Milosz. In de laatste druk zijn zeven door Hermans vertaalde gedichten opgenomen. Die zeven werden in een prachtige bibliofiele uitgave (150 ex.) van Cornamona Pers in 1981 herdrukt. Een hobby van Geert Lubberhuizen. Genummerd en gesigneerd door zowel WF Hermans als de uitgever.

(foto: Rob Mostert)

Hier het correctie-exemplaar van de ‘Zeven gedichten…’, waarin Hermans ook de andere correcties voor de ‘Overgebleven gedichten’ voor de 4e dr. bewaarde. De lange tekstgeschiedenis is wat correcties betreft een hele rijke. (zie de site van het Huygens Instituut).


Deel 10: (toneelstukken en scenario’s) Verschijnt voorjaar 2014, was het plan.

Drie drama’s
  
(Hier de 3e druk, 1974)
De woeste wandeling 
 
(Hier de 4e druk, 1981)
 
King Kong
 
 (Hier de 2e druk, 1981)
Periander
  
(Hier de 2e druk, 1981)
 

Deel 11: (beschouwend werk) Verscheen najaar 2008

De publiekseditie van deel 11, met buikband, met stofomslag (per september 2010)
Op de omslag: ‘Portrait of Dominique’ van Max Ernst

k kreeg al op mijn donder omdat ik twee weken na de verschijningsdatum in december 2008 nog geen informatie rond deel 11 liet zien op de site. Heus, ik was er klaar voor, maar het Huygens Instituut had al overuren gemaakt om van herfst 2008 geen midwinter 2009 te maken. De 232 pagina’s commentaar in dit deel verschijnt ongetwijfeld nog in aangepaste vorm, gelardeerd met de bekende foto’s van Rob Mostert op de site van het instituut. En daar haal ik de illustraties vandaan. En net, toen ik u als bezoeker voorlopig tevreden wilde stellen met onderstaande links, kwam de informatie van het Huygens Instituut op haar site beschikbaar. Hier leest u wat ik er uit pikte:

Het sadistische universum 1  (Hier de 11e druk, 1977)
(foto: Rob Mostert)

n 1974 gebruikte Hermans deze negende druk om de correcties voor de tiende aan te dragen. Hij doorzag welke druktechnische consequenties er waren en schrapte om die reden een witregel. Had Wittgenstein dit geweten, dan waren de rapen gaar geweest. Alle gedrukte regels hadden verwijderd moeten worden, zeker geen witregel! Dat ideale boek heeft Hermans nooit geschreven.

Annum Veritatis 
 
(Hier de 2e druk, jan. 1969)
(foto: Rob Mostert)

Hermans heeft in de tweede druk zijn oordeel over Willy Lages niet onder stoelen of banken gestoken. Zijn vrijlating uit de gevangenis, waar hij als oorlogsmisdadiger verbleef, had alles te maken met de toetreding tot de R.K. kerk, zo suggereert Hermans. Als dan ook nog blijkt dat de darmkanker, waaraan Lages leed terstond verdwenen is, dan heeft Hermans beslist een punt!

Bij het schrijven van historische gebeurtenissen, realiseer ik mij, moet de frustratie bij de auteurs bijzonder groot zijn, als blijkt dat de geschiedenis je per definitie inhaalt. Het is niet voor niets dat WF Hermans bleef schaven aan zijn boeken.

De laatste resten tropisch Nederland  (Hier de 1e druk, 1969)
 (foto: Rob Mostert)

Het bestaan van een aantekeningenboekje als hierboven, doet het vermoeden rijzen, dat er meer van die boekjes in het Hermans-archief liggen. Of was het de afspraak met Avenue, een reisverslag te schrijven voor het blad, dat Hermans serieus nam?

Hoe dan ook, zijn bezoek aan Suriname en de Antillen leverde twee artikelen op in Avenue en natuurlijk het boek waar het hier over gaat. Heel jammer is, dat de meeste door de schrijver geschoten (kleuren)foto’s, die wel in Avenue stonden, niet in de ‘Volledige Werken’ zullen worden opgenomen. Terwijl juist die foto’s Hermans’ kijk op de West prachtig illustreren. Corruptie, verval en het onvermogen een toekomst op te bouwen, zo bewees Hermans, kunnen met een beperkte serie foto’s perfect in beeld gebracht worden. En ik kan ze, hoe jammer ik het ook vind, niet straffeloos tonen…

Het sadistische universum 2. Van Wittgenstein tot Weinreb
(Hier de 3e druk, 1976)
(foto: Rob Mostert)

Het Letterkundig Museum beheert vele van dit soort knipselmappen met artikelen die Hermans in diverse tijdschriften publiceerde. De mappen werden van een inhoud en van een codering voorzien. Bij de artikelen werden kleine correcties geschreven. Hier voor ‘Kardinaal Pölätüo’.

Machines in bikini  (Hier de 2e druk, 1977)
(foto: Rob Mostert)

Het lijkt wel alsof ik de enige ben, die een binding met dit boekje heeft. Niet alleen omdat ik (als enige??) deze tweede druk gesigneerd in de kast heb staan. Van de drukgeschiedenis is niet veel bijzonders te vertellen. Het moge duidelijk zijn, dat dit geschenk voor nieuwe Hollands Diep abonnees Hermans niet zo boeide, gezien het feit dat de getoonde spulletjes niet uit het archief van Hermans zelf komen, maar uit de krochten van de Bezige Bij. De eerste druk is interessanter: 100 exemplaren genummerd. En ik heb er nooit één aanschouwd.

Dinky toys
  
(Hier de 1e druk, 1988)
(foto: Rob Mostert)

Hermans verzamelde en systematiseerde zijn eigen puntige uitspraken. Hij maakte er een kaartenbak van, sorteerde, schiftte, nummerde en maakte er een bibliofiele uitgave van (40 exemplaren). Wat daarna gebeurde is in de ‘Volledige werken’ opgenomen. Opnieuw vind ik het jammer dat de romantiek van het uitgeven van bijzondere boekjes in het verzameld werk verloren gaat.

(de foto is enigszins verminkt bij een poging de kaarten zichtbaar te maken)


Deel 12: (beschouwend werk) Verscheen najaar 2006

De publiekseditie van deel 12, met buikband, met stofomslag (per september 2010)
Op de omslag: ‘The Wall’ van Karlo Korab

Beschouwend werk dit maal in deel 12. Duizend pagina’s, waar Freek de Jonge ongetwijfeld inspiratie opgedaan zou hebben voor een theaterprogramma met de titel ‘De Verguizing’. Hermans memoreert verguisde of vergeten grote geesten: uitvinders, schilders, schrijvers. Maar wee degenen die ten onrechte nooit verguisd zijn. Vooral met hen rekent hij af. Denkers, opnieuw (andere) schrijvers, politici, pers.

In de lente van 2007 zal deel 2 verschijnen, in de herfst deel 11, zo hoopt men…..

In Vrij Nederland 16 december 2006: een recensie op deel 12 van Jeroen Vullings, getiteld ‘Nader tot hem’. Jeroen leest eindelijk de boeken van Hermans, volgens eigen zeggen, en ontdekt de rijkdom van zijn beschouwend werk. Wat moet die Jeroen toch een spijt hebben dat hij niet eerder Het Parool, NRC Handelsblad, Hollands Diep, Nieuwsnet, nota bene Vrij Nederland en al die prachtige, gebundelde artikelen tot zich heeft genomen. Je vraagt je af hoe iemand, die dit allemaal niet heeft gelezen, toch nog recensent kan worden. Enfin, hij levert het bewijs, dat hij in ieder geval één boek van Reve heeft gelezen. Het leeglopen van die Vullings wordt door hem zelf beschreven.

Boze brieven van Bijkaart
  
(Hier de 1e druk, 1977)
 
(foto: Rob Mostert)
(collectie letterkundig museum)

Hier het oorspronkelijk ontwerp van het omslag van ‘Boze brieven van Bijkaart’, waarover Piet Schreuders met WF Hermans in zijn interview sprak. Hermans had dit omslag afgekeurd, omdat de postzegel niet was afgestempeld en een verkeerd tarief aangaf: 65 centimes. De eerste druk verscheen uiteindelijk met postzegels op de omslag, afkomstig van een brief die door WF Hermans werkelijk was verstuurd.

Houten leeuwen en leeuwen van goud
  
(Hier de 1e druk, 1979)
 
(foto: Rob Mostert)

Compleet met ingezonden brieven bewaarde Hermans zijn artikelen uit tal van tijdschriften, waaronder Hollands Diep. Zijn Bijkaart brieven zaten in een andere map. Keurig uit de krant geknipt en opgeplakt. Dat waren er meer dan 700.


Deel 13: (beschouwend werk) Verscheen op 28 april 2010

De publiekseditie van deel 13, met buikband, met stofomslag  (per september 2010)
Op de omslag: ‘Remember uncle August, the unhappy inventor’ van George Grosz

Op zo ongeveer de 15e sterfdag van WF Hermans.  was op 28 april 2010 In Gouda deel 13 te koop. Maar wat een verhaal. Terneergeslagen zegt de boekverkoper dat de huidige financiële crisis en de ontwikkelingen in de digitale sector de boekhandel grote parten spelen. Kwaliteitsboeken worden niet meer verkocht. Dat wat ’s avonds bij ‘Pauw en Witteman’ als boek wordt geïntroduceerd of bij ‘De Wereld draait door’ als nieuwe titel wordt gelanceerd, daar is in de drie dagen erna nog net vraag naar. Maar dan is het ook afgelopen. Tegenwoordig schrijft iedereen boeken. Heleen van Rooijen, om maar een voorbeeld te noemen, verkoopt nog. Er is geen lol meer aan. Op vakantie nemen lezers e-boeken mee, driehonderd stuks digitaal oproepbaar. De toekomst van het betere boek ziet er somber uit. Een eerste druk van het betere boek is in zeer beperkte oplage te koop. Al na drie maanden volgt een tweede, goedkope uitgave. De uitgever weet het ook niet meer. De boekhandel in Gouda had één exemplaar van de ‘Volledige werken’ in voorraad en dat nam ik niet mee, want ik had een bestelling lopen in Amsterdam.

Op Koninginnedag zijn de boekhandels gesloten. Gezien bovenstaande trieste balans en de ervaringen van de viering van Koninginnedag vorig jaar, is er voor de tweede maal een depressieve stemming die zich van mij meester maakt.

Ik draag geen helm met vederbos
  
(Hier de 1e druk, 1979)
(foto: Rob Mostert)

Eén van de vele mappen met knipsels die Hermans bijhield. Niet altijd vol verbeteringen. Wel een enkele zetfout of een naam die verkeerd gespeld was.

Klaas kwam niet
(Hier de 1e druk, 1983)
(foto: Rob Mostert)
(coll. webmaster)

De map met Parool bijdragen moet heel dik geweest zijn. En die van mij lijkt  er sprekend op, kan ik u zeggen. Aantekeningen komen er regelmatig in voor. Jan Cremer was een goede bekende van Hermans. Hun wederzijdse waardering heeft een lange geschiedenis.

Als in oktober 2010 het manuscript van ‘Ik Jan Cremer’ op de veiling te koop wordt aangeboden voor 200.000 euro, bevat de prachtige catalogus twee brieven van WF Hermans aan Jan Cremer. Hermans bericht Cremer, dat hij sinds tijden niet zo gretig is geweest bij het lezen. De dikke pil had hij binnen 24 uur uit.

In de tweede brief blijkt dat Hermans thuis, Rue Théodule Ribot, Parijs, één van Cremers schilderijen had hangen: een welvarende Hollandse koe. Hoe Nederland daar zulke slechte boter van kon maken…


Deel 14: (beschouwend werk) Verscheen voorjaar 2011

De publiekseditie van deel 14.
Omslag: René Magritte, ‘Portrait de Stephany Langui’, (1961)

Op 17 juni 2011 wordt deel 14 gepresenteerd in de Koninklijke Bibliotheek in Dan Haag. Samen met ‘Een onmiskenbare verwantschap’, de briefwisseling tussen Hermans en Bordewijk.

Peter Kegel (Huygens Instituut) verzekert de volle zaal ervan, dat de editeursingrepen in de Volledige werken uitermate zorgvuldig worden gedaan. Er is nooit sprake van een subjectief oordeel, interpretatie van wat WF Hermans bedoeld zou kunnen hebben. De tekst van de laatste, door de schrijver zelf nog gecorrigeerde druk is steeds de basis van de uitgave. Lees ‘Relikwieën en documenten’ en je snapt waarom. Hermans bleef zijn werk voortdurend corrigeren, aanvullen en zo nodig schrappen. Dankzij het eigen archief van Hermans zijn al die ingrepen en correcties terug te vinden. Max Pam wijdde het veertiende deel van de ‘Volledige werken’ op zijn onnavolgbare wijze in. Pam kan dan sterk zijn in taal, zijn rekenkundige vaardigheden zijn echt minder. Als hij het over de twintiger jaren heeft, noemt hij die `Het tweede millennium` in plaats van ‘….decennium’. En WF Hermans laat hij in 1821 geboren worden, een tiende van een millennium te vroeg, rekent u mee? Wij kregen nog een rekensommetje mee. Peter Kegel legde uit dat dit keer deel 14 van de volledige werken van Hermans uitkomt, het 8ste deel van de serie, bestaande uit 24 delen. Let wel: het volgende is deel 9 en dat is…… het 9e deel. Reken uit wanneer en hoe laat Pam een afspraak heeft bij zijn psychiater.

Na de overigens bijzonder boeiende toespraak van Max Pam werd het boek overhandigd aan Ruprecht Hermans.

De liefde tussen mens en kat 
 
(1985)
(foto: Rob Mostert)

‘Kopie van een doorslag van een kladtyposcript’ Er werd een gedichtje in aangetroffen, naast het gedichtje  ‘Roeping’, dat wel in het boekje is opgenomen. Hermans ondertekent het versje met de naam van de echtgenote van Age Bijkaart: E. Bijkaartin. Het zal een binnenpretje geweest zijn.

Relikwieën en documenten. Een Toespraak (1985)
(foto: Rob Mostert)

Typoscript van ‘Relikwieën en documenten’. Een toespraak. Hermans brengt enkele inhoudelijke wijzigingen aan. Met het schrappen van een zin die weduwen van schrijvers schetst als degenen die slecht met de nalatenschap van hun echtgenoten omgaan, voorkomt Hermans veel weduwenprotest.

Het boek der boeken, bij uitstek (1986)
(foto: Rob Mostert)

Typoscript op telexstrook. Een toespraak van twee meter, in het bezit van Frans A. Janssen.

Mondelinge mededelingen
  
(1987)
(foto: Rob Mostert)

Revisie(druk)proef uit april 1987. Hermans had in een eerdere proef de wijzigingen doorgegeven. Nu lijkt hij akkoord en schrijft er bij: ‘3000 exx. leveren 20-05-1987’. En dat gebeurt.

Door gevaarlijke gekken omringd (1988)
 
(foto: Rob Mostert)

Begin 1986 vraagt Ivan Wolffers Hermans’ medewerking aan een bundel opstellen over de wijze waarop schrijvers ooit in contact kwamen met het werk van Multatuli. Hermans wijst het verzoek twee maal af, maar zegt dat wat hem betreft ook de afwijzingsbrieven gebruikt mogen worden. En dat gebeurt. Integraal in ‘Er is niets poëtischer dan de waarheid. Schrijvers over Multatuli’. En ook Hermans publiceert de brieven in een reeks Multatulistukken in ‘Door gevaarlijke gekken omringd’, o.d.t. ‘In dat geval zou ik niet aarzelen’.


Deel 15: (beschouwend werk) Verscheen oktober 2012

De publiekseditie van deel 15.
Omslag: Joan Miró, ‘Potato’, (1928)
De schrijfmachine mijmert gekkepraat (1989)

Thomas Rap moet direct na het verschijnen in een brief aan Hermans melden dat het boekje tot zijn grote verdriet een -s- mist. Nog wel in de allereerste zin: fysiche moet natuurlijk fysische zijn. Melchior de Wolff (De Volkskrant) heeft alleen al om deze fout geen goed woord voor het boekje over.

(foto: Rob Mostert)

Op 26 oktober 1972 hield WF Hermans een lezing met de titel: ‘De ontwikkeling van de schrijfmachine‘, bij de opening van een tentoonstelling ‘Typiade’ bij het Servicebedrijf Kwiek in Amersfoort. De tekst werd later gecorrigeerd. De bezoekers bij de lezing bezitten dus nog de eerdere versie.

Wittgenstein
  
(Hier de 1e druk, 1990)
(foto: Rob Mostert)

In het Paleis voor schone kunsten, Brussel, wordt in januari 1990 een tentoonstelling gehouden over Wittgenstein. Hermans schrijft een artikel in NRC (22-12-1989) o.d.t. ‘Ging hij ooit naar een museum. Honderd jaar Wittgenstein’. In het artikel staat nog dat Hermans de eerste was die Wittgenstein in Nederland introduceerde. In een ingezonden brief op 12 januari werd duidelijk dat al eerder over Wittgenstein geschreven werd. In het boek werd Hermans’ bewering aangepast.

Gitaarvissen en banjoklokken
  
(1991)
(foto: Rob Mostert)

De tekstgeschiedenis van ‘Gitaarvissen en banjoklokken’ is een lange: Na het verschijnen van ‘Holywood’ (1970), waren delen van de aantekeningen van Hermans’ reis naar Amerika ook verschenen in Raster. Weglaten, aanvullen, kleine en grote verbeteringen, dankzij de collectie Frans A. Janssen kon de geschiedenis nauwgezet worden gevolgd.

Malle Hugo  (Hier de 1e druk, 1994)
(foto: Rob Mostert)

Eén van de zeven artikelen uit Elsevier die werden opgenomen in ‘Malle Hugo’. Hermans bewaarde alle artikelen voor Elsevier in een map. In dit artikel was de dichter Marsman het onderwerp. Ik wil u de aantekening, in het rood bijgeschreven, van Hermans niet onthouden:

Oef, oef, oef,

Zijn vader was een boef,

Zijn moeder deugde ook al niet,

Dat deed die dichter veel verdriet.

Age Bijkaart


Deel 16: (beschouwend werk) Verscheen voorjaar 2016.

De publiekseditie van deel 16.  Vormgeving: Marry van Baar
Omslag: Collage van Willem Frederik Hermans.
Mandarijnen op zwavelzuur 
 
(Hier de 4e druk, 5e opl. 1983)
Mandarijnen op zwavelzuur Supplement (1983)

Deel 17: (beschouwend werk) Verscheen zomer 2017.

De publiekseditie van deel 17. 
Vormgeving: Marry van Baar
Omslag: René Margritte, ‘La Méditation’, 1937.
De raadselachtige Multatuli 
 
(2e druk, 1987)
Multatuli, Max Havelaar 
 
(1987)

Hermans’ affiniteit met Multatuli begon heel lang geleden. Rond 1935 had zijn zuster Corrie hem al, maatschappelijk bevlogen als zij was, overtuigd van de betekenis die Multatuli had als beschermer van de arme Javaanse bevolking die te lijden had onder de uitbuiting van de koloniale houding van de Nederlandse regering.

Talloze artikelen heeft dat in de loop der jaren opgeleverd in alle mogelijke kranten en tijdschriften. Tot in 1976 de biografie van Multatuli verscheen bij uitgeverij Boelen.

De biografie beleefde een tweede druk (1987), die het uitgangspunt was voor deel 17 van de Volledige Werken.

Twee bijeen: de biografie en de vijfde druk van de Max Havelaar in één cassette. Een prachtige uitgave.

Er was nog één stap te zetten: beide boeken in één band. En dat is gebeurd. Het is een schitterend boek geworden.

De presentatie van deel 17 van de Volledige Werken

vond op 29 juni 2017 plaats in het Multatulimuseum, Korsjespoortsteeg 20 in Amsterdam. In de piepkleine ruimte konden rond zeventig genodigden worden geperst.

Er was  nauwelijks ruimte om andere gasten dan die van het WFH-i, het Huygensinstituut, het Multatuligenootschap en de hoeders van het museum te ontvangen. Ik werd er van harte toegelaten, ofschoon ik niet was uitgenodigd.

De toespraken gaven een goed beeld van de ontstaansgeschiedenis van alles wat tot de biografie heeft geleid.

Olf Praamstra interviewde Hermans n.a.v. het voltooien van de Volledige Werken van Multatuli in 1995 drie maal. Eenmaal op 23 februari bij Hermans thuis in de Atrebatenstraat in Brussel, eenmaal op 5 maart in de Stadsschouwburg bij de presentatie van de reeks en de overhandiging van het eerste exemplaar aan Kroonprins Willem Alexander en eenmaal opnieuw in Brussel op 26 maart, een maand voor Hermans stierf. Onderwerp was steeds: Multatuli. Die drie gebeurtenissen zijn van belang, omdat ze zo vlak voor de dood van Hermans de vermeende overeenkomsten tussen Hermans en Multatuli relativeren.

Mooi dat de interviews zijn na te lezen in de WFH-Verzamelkrant, nr 17, winter 1995 en in Over Multatuli nr 35, oktober 1995.

De eerste exemplaren werden in ontvangst genomen door het Multatulimuseum en kregen hun plek in de vitrines op de eerste verdieping van het museum.


Deel 18: (beeldend werk) Verschijnt najaar 2015, was het plan.

Fotobiografie
Koningin Eenoog
Het hoedenparadijs
Een foto uit eigen doos

Deel 19: (werk van anderen) Verschijnt najaar 2016

Focquenbroch, 
Bloemlezing uit zijn lyriek
Zonlicht op zaterdag
Kraters in lichterlaaie
Tractatus logico-philosophicus
De martelgang van de dikzak

Deel 20: (ongebundeld werk) Verschijnt voorjaar 2017


Deel 21: (ongebundeld werk) Verschijnt najaar 2017


Deel 22: (ongebundeld werk) Verschijnt voorjaar 2018


Deel 23: (ongebundeld werk) Verschijnt najaar 2018


Deel 24: (overig werk) Verschijnt voorjaar 2019

Misdaad stelt de wet
Moord aan de Noordpool
De demon van ivoor
Erosie
Zwarte handel
Scheppend nihilisme
Beertje Bombazijn
Vaerzen, Belgische en andere