WF Hermans: ‘Ik ben niet rascistisch’

De Telegraaf, 22/02/84

Jos van Noord

Parijs, woensdag

“Ik racistisch? Kletskoek, weer van die typisch Hollandse keukenmeidenpraat! Ik bén helemaal geen racist, nooit geweest en ook niet van plan het te worden.”

  Willem Frederik Hermans, nota bene getrouwd met een Surinaamse. Bestseller-auteur, door sommigen wel laatdunkend het Parijse Orakel genoemd, maar volgens zeer vele anderen een heer van stand, die met zijn ver reikende moker vanuit de Franse hoofdstad fel uithaalt en de Hollandse spijker dikwijls op zijn kop slaat.

  Nu weer venijnig aangevallen door de Federatie van Welzijnsorganisaties van Surinamers: “Een verklaard racist als de heer Hermans,” zo schreef deze federatie immers in een brief op poten aan de directie van het muziekcentrum in Utrecht; “hoort niet thuis in de Nacht van de Poëzie, die op 10 maart in het muziekcentrum wordt gehouden.”

  De federatie wil het optreden van Hermans tijdens de poëzie­nacht voorkomen: “Zijn verschijning op een dergelijke landelijke culturele manifestatie wordt door ons als beledigend ervaren.”

  Hermans, vanuit zijn Parijse woning: “De organisatie van de Poëzienacht zal die Surinaamse club antwoorden. Dat is geen racist ben, zoals iedereen trouwens allang weet. Maar ik weet het goed gemaakt, want het zal wel weer op z’n Hollands gaan: als er ongeregeldheden te verwachten zijn, dan ga ik gewoon niet, hè. Zo simpel is dat. Want ik heb helemaal geen zin in gedonder, geen trek in een wedstrijd, waarbij het er alleen om gaat wie er het hardste kan schreeuwen.”

  Hermans, die zich de laatste tijd weer vuig voelt aangevallen en wiens laatste essaybundel ‘Klaas kwam niet‘ zelfs in het avondblad, waarin hij regelmatig publiceert, de grond in werd gestampt, was voornemens om tijdens de Poëzienacht voor te dragen uit zijn bundel ‘Overgebleven gedichten‘.

  De Surinaamse organisatie zegt dat Hermans’ “negatieve opvattingen jegens de zwarte mens” alom bekend zijn; “getuige de vele beschouwingen die hij heeft gewijd aan het Zuid-Afrikaanse apartheidssysteem.”

Bovendien verwijzen de Surinamers naar Hermans’ geschrift ‘De laatste resten van tropisch Nederland‘, dat overigens al in 1969 werd gepubliceerd.

  “Het is weer typisch Nederlands allemaal. Langzamerhand komt in Holland de vrijheid van meningsuiting in het geding, de waarheid mag niet meer geschreven worden. Dáár moet men in Nederland eens over nadenken”, briest W.F. Hermans in Parijs.