‘WFH: Nooit pzn op bovenhuis!’

De Poezenkrant, 26/08/77

Piet Schreuders

(Onderstaand contact tussen Piet Schreuders en het echtpaar Hermans is nauwelijks een interview te noemen. Schreuders: “…….het is een voorbeeld van een typisch uit zijn verband gerukt en opgeblazen nieuwsfeit zoals in De Poezenkrant gebruikelijk is…….”. De gemeenschappelijke voorliefde voor katten leidde tot dit resultaat.
De laatste keer dat ik WF Hermans in De Poezenkrant tegen kwam, was in nr. 44, juni 1994. WF Hermans vroeg wanneer er weer eens een Poezenkrant uitkwam en informeerde Schreuders welke poezen waren heengegaan en welke nog in leven was.)

Het is beslist niet aan te raden om er poezen op na te houden als je op een bovenhuis woont, vinden W.F. en E. Hermans, die jarenlang in Groningen zelf twee poezen hebben gehuisvest.

  “De poezen braken de stoelen af”, vertelt E; “het was één bepaalde stoel”, specificeert W.F. Ze klommen in de gordijnen (‘bepaalde gordijnen’) en de vitrages: ze wilden dan een vlieg vangen, sprongen tegen de vitrages aan, en trokken daar dan gaten in.

   ’s Nachts hadden de poezen een bepaalde routine. Ze namen een aanloop van twee trappen en klommen dan op zolder tegen de muur van zachtboard op. Dan weer in volle vaart naar beneden, en in de zitkamer een stoel omgooien. Tenslotte kwamen de onderburen informeren: wat doet u toch ’s nachts? Die hadden de indruk gekregen dat je blijkbaar alleen goede romans schrijft, als je regelmatig midden in de nacht een grote stoel omgooit.

   E. Hermans:

“Ik heb al heel wat vissen voor die krengen schoongemaakt!”

(In 2005 verschijnt dit poezen epos van Schreuders. Alle verschenen Poezenkranten staan er in. Vele kleine berichtjes van en over WF Hermans en zijn echtgenote Emmy. Beiden verknocht aan hun huisdier de poes.

Ook bovenstaand interviewtje staat er in. En wie meent een staart waar te kunnen nemen op het plaatje, ziet ook een staart! Wel eens van een leesstaart gehoord? Het is niet het enige grafische grapje dat aan dit prachtige boek werd toegevoegd).

Voor de (her)publicatie van dit interview werd toestemming verleend door Piet Schreuders, waarvoor dank.