In de literatuurhistorie van Nederland is geen schrijver te vinden, die zoveel polemisch materiaal heeft achtergelaten als WF Hermans. Zijn enorme leeshonger maakte dat ook mogelijk. Hij wist over ieder onderwerp wel het nodige om er zijn gedachten over aan het papier toe te vertrouwen. Zijn nihilistische levensopvattingen werden niet gewaardeerd. En dat had zijn gevolgen voor de acceptatie van de schrijver Hermans. Voet aan de grond krijgen in de schrijverswereld mislukte,ook toen WFH in de redacties van verschillende literaire tijdschriften stapte. Zijn inbreng was scherp en duurde nooit heel lang. Tegendraads, onverbiddelijk en snijdend waren alle kritieken, die hij schreef. Er was nauwelijks een onderwerp te bedenken, waarover Hermans niet schreef. Literatuur, politiek, wetenschap, kunst, religie, filosofie, vraagstukken rond WO 2, Niemand kon om Hermans heen. Hij werd gevreesd en natuurlijk ook aangevallen.


Uitgevers waren beducht bij het uitgeven van Hermans, Mandarijen. De 1ste druk werd in 1963 in eigen beheer uitgegeven, Latere drukken verschenen bij Thomas Rap. Het supplement kwam pas in 1983. Kranten stonden bol van de commentaren na het verschijnen van Hermans, venijn. En nog altijd wordt de schrijver vereenzelvigd met zijn medogenloze schrijftrant. Niets en niemand ontziend. Karikaturen van WFH verschijnen nog altijd met regelmaat in de bladen. Op deze site staan er enkele van Siegfried Woldhek.


De Mandarijnen hadden een voorgeschiedenis. In 1955 bracht Van Orschot een eerste pamflet uit. Hermans geeft zijn commentaar op JB Charles. Er blijft geen spaan van hem heel, hoewel WFH wel geïnteresserd was in wat er over verzetslieden uit WO 2 door Charles geschreven was. Kennelijk geschrokken van de felheid, waarmee Hermans van leer was getrokken, werd een tweede pamflet niet door Van Oorschot verzorgd, maar door WFH zelf, onder de naam: De Mandarijnenpers. Pas acht jaar hierna verscheen, ook in eigen beheer Mandarijnen op Zwavelzuur (zie hierboven).


Het bleef niet bij de Mandarijnen. De productie van polemische stukken was enorm. Enerzijds door de bandbreedte van zijn interesses en belezenheid, anderzijds doordat hij na de verhuizing naar Parijs meer tijd kon besteden aan zijn schrijverschap.En dan nog het aspect, dat WFH veelal uir woede schreef. Verongelijkt zijn, niet begrepen worden en bestookt door dommigheden.
Al in 1964 verschenen boeken als ‘Het sadistische universum‘, ‘Van Wittgenstein tot Weinreb‘. Essays over zijn literatuuropvattingen, Politiek, filosofie en het vraagstuk over goed en kwaad tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat op de boeken volgde was een eindeloze reeks artikelen over deze onderwerpen in kranten en tijdschriften: NRC Handelsblad, Het Parool, HP De TIijd, De Haagse Post, Nieuwsnet, Elseviers Weekblad, Vrij Nederland, Hollands Diep, enz, enz.Vele artikelen werden later weer gebundeld in bv. ‘Houten leeuwen, leeuwen van goud’, ‘Klaas kwam niet’, ‘Ik draag geen helm met vederbos‘, ‘Door gevaarlijke gekken omringd’, ‘Malle Hugo’.

Ook de vrolijke wekelijkse brieven in Het Parool, later in Nieuwsnet, waren vaak van polemische aard. Hoe bozer de brief, hoe eerder Hermans geneigd was die onder zijn eigen naam te publiceren en niet onder het pseudoniem Bijkaart. Op deze site kom je herhaaldelijk en op verschillende plekken zijn polemische staaltjes tegen. Aan Multatuli, Wittgenstein en Weinreb heb ik hier drie aparte hoofdstukken gewijd.

Als WF Hermans 10 jaar dood is, verschijnt deze verzameling polemische stukken, de scherpste, aldus Max Pam, de samensteller van het boek. Je vindt er alle mogelijke onderwerpen in terug. Niet vermeld wordt de oorspronkelijke bron, datum van eerste publicatie. Maar niettemin een polemisch eldorado.
Karel Alleene vroeg zich in zijn recensie op de Volledige Werken van WFH dl 22 af of WF hermans de laatste polemist was (Cutting Edge 22-01-2022). Alleene kijkt steeds uit naar het verschijnen van de laatste delen van het verzameld werk: ongebundeld werk van Hermans. Het doet hem terugverlangen naar de periode, dat in kranten en tijdschriften lang stukken verschenen over kunstenaars, filosofen en schrijvers of wetenschappers. Ze behoren tot een grote verzameling polemisch werk. Dat zie je vandaag de dag niet meer.
Sander Becker schreef op 30 aug 2021 in Trouw, dat Hermans als polemist gedateerd was en als criticus onbruikbaar.Mogelijk komt dat, omdat wij de schrijvers, waarover WF Hermans in zijn Mandarijnen op Zwavelzuur over schrijft allemaal niet meer kennen. Maar dat valt Hermans natuurlijk niet te verwijten. Die onkunde kan toch de kwaliteit van zijn polemisch werk niet doen degraderen?
Mogelijk zijn het toch deze trends, die Wilbert Smulders en het WFH-i hebben geïnspireerd een discussieavond te organiseren over de stand van de polemiek met Hermans als referentiekader. de avond is gepland op di 19 april in TivoliVredenburg, Utrecht. HIeronder de details. U bent van harte welkom!.
Debatavond over polemiek met WF Hermans als referentiepunt
‘Ik ben met niemand solidair. Ik ben alleen mijn eigen bondgenoot en niet eensdoor dik en dun’. Willem Frederik Hermans en de schrijvers van de millennial-generatie.
1 september jl. werd herdacht dat Willem Frederik Hermans honderd jaar geleden werd geboren. Hoewel de schrijver al een kwart eeuw geleden overleed, viel op hoeveel aandacht Hermans Honderd kreeg. Om te beginnen onthulden Ruprecht Hermans en Guy Verhofstadt in aanwezigheid van de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, op 1 september jl. tijdens een plechtige bijeenkomst in de Nieuwe Kerk een gedenksteen te zijner ere. Er verschenen verschillende boeken over zijn schrijverschap en in kranten en op de radio stond men uitvoerig stil bij zijn leven en werk. Er loopt een tentoonstelling in het Huis van het Boek te Den Haag, een heel jaar lang zijn er online projecten, er is lesmateriaal voor middelbare scholieren in de maak, waaraan een essayprijs voor scholieren is verbonden, en ter afsluiting zal op een feestelijk symposium het laatste (= vierentwintigste) deel van de wetenschappelijke editie van Volledige werken van de schrijver worden gepresenteerd.
Aan evenementen ter herdenking van ’s schrijvers geboortedag is er dus geen gebrek, maar toch is de vraag op zijn plaats wat er eigenlijk te vieren valt? Waar stond Willem Frederik Hermans voor? Wat maakt zijn schrijverschap dermate de moeite waard dat het uitbundig wordt gecelebreerd als naoorlogs cultureel erfgoed? Zo valt het maar te bezien in hoeverre Hermans’ schrijverschap nog betekenis heeft voor de huidige generatie schrijvers, die doorgaans wordt aangeduid met de term ‘millennials’. Zij laten zich in ieder geval zelden (positief) uit over hun canonieke literaire voorgangers, De Grote Drie, van wie Hermans de meest polemische exponent was. In literaire kringen is iedereen het erover eens dat er een groot verschil bestaat tussen de samenleving waarin Hermans als schrijver optrad en die waarin de millennials een rol spelen. In de periode van de jaren ’60 tot ’80 was er sprake van een alles doordringende tegencultuur. Een leger van activisten stonden op tegen alles wat gevestigd was, en schrijvers, journalisten, musici, acteurs en filmers polemiseerden met iedereen, niet in het minst met elkaar. Hermans’ optreden als verstokte Einzelgänger was wel extreem, maar ook typerend voor de houding die kunstenaars in die periode innamen. Hoewel hij het met niemand eens was, paste Hermans precies in de ingewikkelde puzzel die deze fase van de naoorlogse Nederlandse cultuur vormde.
De huidige periode kent niet minder controverses dan de voorafgaande, maar de kaarten liggen heel anders dan toen. De multiculturele samenleving, de opkomst van de sociale media en van het populisme, en de kwesties van gender, diversiteit en klimaat hebben de puzzel grondig herschikt. De positie van de millennial-schrijvers in de huidige cultuur is dan ook heel anders dan die van Hermans in zijn tijd. Zij polemiseren niet of nauwelijks, richtten zich niet unaniem tegen wat voorheen vanzelfsprekend als ‘de gevestigde orde’ gold, en polemiseren al helemaal een stuk minder tegen elkaar. Hoe moeten we hun beheerste – misschien zelfs wel bescheiden – houding interpreteren?
Dat door en door sceptische schrijvers als Hermans niet meer toonaangevend zijn in onze hedendaagse literatuur, daarover is iedereen het eens. Maar over wat dat betekent, is nog nauwelijks nagedacht. Moeten we betreuren dat het cynisme van een schrijver als Hermans tot het verleden behoort? Of is het maar goed dat we verschoond zijn van een sarcastische mopperkont en naar het querulantisme neigende zwartkijker als Hermans was?
Op dinsdag 19 april a.s. organiseert TivoliVredenburg i.s.m. de Universiteit Utrecht (UU) en het Willem Frederik Hermans Instituut (WFH-i) in zaal Cloud Nine van TivoliVredenburg (toegang € 12,50) te Utrecht een debatavond over deze vraag.Het programma is als volgt.
Allereerst roept Wilbert Smulders de polemische aard van Hermans’ schrijverschap in
herinnering. Vervolgens schetst universitair docent Sven Vitse de positie van de millennial-
schrijvers, op basis van de studie die hij samen met Hans Demeyer publiceerde: Affectieve crisis, literair herstel. De romans van fde millennial-generatie, waarin zij zestig romans van jonge schrijvers analyseerden. Daarna polst de moderator, schrijver en journalist Hans Maarten van den Brink, bij drie millennial-schrijvers, Nina Polak, Daan Heerma van Voss en Karin Amatmoekrin, hun eerste reactie op het thema. Daarna gaan de drie schrijvers onder leiding van de moderator in een ronde-tafelgesprek in op de vraag: is er met het ontbreken van het Hermans-geluid iets verloren gegaan of juist gewonnen?